Informateur start verkenning
DEN HAAG - Het nieuw te vormen kabinet moet kunnen rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal, en dus ook met de Eerste Kamer. Dat heeft VVD-senator Rosenthal maandagmorgen gezegd voor de start van zijn werkzaamheden als informateur.
Ook verwees hij in zijn eerste persconferentie naar de moeilijke toestand waarin koningin Beatrix in haar opdracht aan de informateur heeft gerefereerd. De laatste keer dat dergelijke woorden werden gebruikt, was voorafgaand aan het kabinet-Colijn, in 1935.
VDD-leider Rutte was maandagmorgen de eerste fractieleider die een gesprek voerde met Rosenthal. Volgens Rutte is de positie van PVV-Kamerlid Brinkman en de stabiliteit van de partij van Wilders „een van de kwesties” die spelen bij de vorming van een nieuw kabinet. Rutte wilde verder geen commentaar geven en zei eerst te willen horen wat de informateur allemaal wil weten.
Koningin Beatrix verzocht Rosenthal zaterdag, „mede gelet op de moeilijke situatie waarin ons land verkeert”, als eerste te verkennen welke mogelijkheden er zijn om een kabinet te formeren met daarin de grootste partij (VVD) en de grootste winnaar van de verkiezingen (PVV).
Rosenthal wil toewerken naar een parlementair meerderheidskabinet. Als VVD en PVV samen met het CDA gaan regeren, kan de coalitie in elk geval rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer hebben de drie partijen echter samen nog geen meerderheid omdat de PVV er niet in is vertegenwoordigd. „Daar houd ik natuurlijk rekening mee”, zei Rosenthal. Hij wilde niet zeggen of het ontbreken van een meerderheid in de Senaat een kabinet van genoemde partijen bij voorbaat onmogelijk maakt.
De informateur spreekt vandaag met alle fractievoorzitters. Hij kon vanmorgen niet zeggen hoe lang de verkennende fase gaat duren. „Ik werk zo snel mogelijk. Het is geen vrijblijvende operatie.”
Een aantal CDA-prominenten verzet zich tegen deelname van hun partij aan een coalitie met de PVV. In NRC Handelsblad noemde oud-minister van Buitenlandse Zaken Kooijmans samenwerking tussen CDA en PVV zaterdag „niet acceptabel.” Volgens hem plaatst de PVV een hele groep Nederlanders buiten de maatschappij.
Voorzitter D. Terpstra van de HBO-raad keert zich af van het CDA als zijn partij met de PVV gaat regeren. Er bestaat volgens hem een groot risico „op een scheiding van geesten.”
Oud-wethouder te Rotterdam Geluk wil geen zakendoen met een partij die concessies doet aan de godsdienstvrijheid. Een coalitie met de PVV zal volgens hem tot grote verdeeldheid onder christendemocraten leiden.
CDA-Kamerlid Van Haersma Buma erkende zaterdag dat er meer CDA’ers zijn die niet met de PVV willen samenwerken. Uit een peiling van Maurice de Hond bleek dat 43 procent van de CDA-stemmers liefst een kabinet wil van VVD/PVV/CDA.
Dat kabinet zou in de Tweede Kamer steunen op een fragiele meerderheid van 76 zetels. PVV-Kamerlid Brinkman, die een persoonlijke campagne voert voor meer democratie binnen de PVV, wordt als zwakke schakel beschouwd. Hij zal de partij echter niet verlaten, beloofde hij zaterdag plechtig.
De staatsrechtgeleerden Vis en Engels betoogden vanmorgen in de Volkskrant dat de afwezigheid van de PVV in de Eerste Kamer geen reden hoeft te zijn om de partij uit het kabinet te weren. Zo benadrukt Vis dat CDA en VVD in de Senaat nu samen 35 van de 75 zetels hebben. Hij schat in dat de drie extra zetels die nodig zijn voor een meerderheid altijd wel te vinden zijn.