Commentaar: Oranjeterreur
Het kan niemand zijn ontgaan: het wereldkampioenschap voetbal is vrijdag begonnen. Langzaam maar zeker kleurden de afgelopen weken veel huizen, straten en wijken oranje. Wie geluk heeft, woont in een wijk waar het blijft bij wat vlaggetjes. Minder fortuinlijken hebben hele huizenblokken in hun omgeving in oranje plastic ingepakt zien worden. En wie in zo’n rij woont, is al snel een landverrader als niet wordt meegedaan met de Oranjegekte. In een grote landelijke krant sprak één zo’n bewoner zelfs van Oranjeterreur. Toeters, petjes, sjaaltjes, knuffels: het is alles oranje wat de komende maand de klok slaat. Niet uit liefde tot het huis van Oranje en onze koningin, maar ter ere van koning voetbal.
Waarom is vooral Nederland zo massaal geïnfecteerd met het voetbalvirus? Deze vraag zou uitgangspunt kunnen zijn van een interessante sociologische studie. In landen waar de interesse in voetbal zeker niet minder groot is dan bij ons, wordt zelfs met enige meewarigheid gekeken naar deze Oranjekoorts. De vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Hoe dan ook is Nederland een land waarmee op sportief gebied rekening gehouden moet worden. Voetbal en schaatsen zijn exportartikelen geworden. Juist op het gebied van de sport wil een klein land als het onze laten zien wat het waard is.
Ernstiger is het dat onze Nederlandse samenleving meer en meer lijkt te leven bij hypes. Wie de verkiezingsuitslag van woensdag bekijkt, kan niet anders dan zich verbazen over het feit dat de kiezers steeds mobieler worden. Binnen een paar weken lopen partijen als een ballon leeg of juist vol. Een foute uitspraak van de partijleider op tv kost direct zetels. Naar het partijprogramma wordt amper meer gekeken. De media lijken veel meer macht te hebben dan politici ooit zullen krijgen.
Bij de gekte rond het WK voetbal gaat het om vergelijkbare zaken. Mensen leven toe naar een evenement, wat dat ook is. De schijnwerpers staan nog maar net op een bepaalde gebeurtenis gericht of de lampen doven weer en de vermoeide massa strompelt naar een volgende kick. Verkiezingen, voetbal, een misstap van een politicus: de aandacht duurt maar even.
Voetbal verbroedert, zeggen fans. En misschien is het ook wel daarom dat, ondanks een verkiezingsuitslag die laat zien hoe verdeeld Nederland is, nu de rijen zich weer sluiten achter Oranje. Maar het is wel een verbroedering met een dun laagje vernis. Eén verkeerde handeling van een van de zogenaamde godenzonen en de eensgezindheid is even snel verdwenen als de oranje vlag.
De rol van religie als samenbindende factor in ons volksleven raakt uitgespeeld. Daarom wordt gezocht naar een alternatief dat de leegte, al is het maar voor even, kan vullen. Dat dit voor velen uitgerekend de sport is, is niet nieuw. Brood en spelen hebben de eeuwen door al leemten proberen te vullen. Maar de vulling duurt kort, omdat alles voorbijgaat. Alleen het Woord van God blijft tot in eeuwigheid, zegt Jesaja. Het is dat Woord alleen dat rust kan geven aan vermoeide hypevolgers die zuchten onder welke vorm van terreur dan ook.