Zwarte kaften met ogen erop
Waarom lezen vredig uitziende vrouwen met knotjes en brave huisvaders detectives en thrillers? Want dat doen ze.
Juni is de Maand van het Spannende Boek. Bij boekhandels en bibliotheken staan daarom tafels vol thrillers. Een vrouw op leeftijd en een man die eruitziet als een huisvader snuffelen er rond. Ze kijken naar donkere kaften met strepen en ogen erop.
Er bestaan veel soorten spannende boeken. Vrij Nederland onderscheidt in de 31e Detective & Thrillergids, met recensies van alle thrillers die het afgelopen jaar in het Nederlands verschenen, tien soorten. Horror, fantasy en science fiction komen bijvoorbeeld niet aan de orde in de gids, maar wel de psychologische thriller, de financiële, historische en literaire thriller, de politie- en spionageroman en de private eye (detective).
Knotje of niet, wie zoiets leest kan de vraag krijgen: waarom kies je boeken waarin moorden en branden voorkomen? Huuu. En het antwoord kan bij elk subgenre net weer anders luiden.
Tussen de titels op tafel ligt ”Hard spel”, het vijftiende boek van Sara Paretsky over privédetective V. I. (Vic) Warshawski. Het eerste deel verscheen in 1982. Sindsdien lost de heldin uit Chicago raadsels op, komt ze kwade zaken op het spoor, laat ze zich door niets en niemand afschrikken en ontmaskert ze misdadigers.
Datzelfde geldt voor Kinsey Millhone uit Santa Teresa (Californië), de vrouwelijke privédetective van Sue Grafton, die voor het eerst opdook in een boek in 1983. Dat was in ”A van Alibi”. Grafton werkt het alfabet af – een nieuw avontuur ligt nu in de winkel onder de titel ”U staat voor Ultimatum”.
Hoewel Warshawski inmiddels met mobieltjes belt en Millhone nog in 1988 leeft en de telefooncel gebruikt, zijn er overeenkomsten tussen die twee. Ze nemen onmogelijke opdrachten aan. Ze schieten daar financieel nogal eens bij in. Ze worstelen zich door bergen papierwerk. Ze hebben een grote intuïtie en observeren scherp. Ze zijn slecht in het onderhouden van een vaste relatie. Ze hebben wél een goede, oude, trouwe buurman.
Om de zoveel tijd vergeten ze te eten en/of te slapen. Dan klinkt er iets als: „Als je thuiskomt met het gevoel dat je door alle partijen uit de Honderdjarige Oorlog bent afgeranseld en je ernaar snakt om een jaar of tien in bad te gaan liggen om je wonden te laten genezen, is de glimmende Pathfinder van je montere nichtje het laatste wat je voor je voordeur hoopt aan te treffen” (Vic in ”Hard spel”). Ze breken in het donker ergens in, en gaan terug naar een griezelige plek waarvan de lezer hardop zegt: Niet daarheen! Zeker niet ’s avonds. Maar ze gaan altijd, waarop ze zomaar in het ziekenhuis belanden (waaruit ze vervolgens te vroeg vertrekken).
Stoppen met lezen wordt lastig. Slaap is even niet belangrijk als een detective in het verhaal haar leven aan het wagen is. Je puzzelt mee. Wie is de schurk?
Plot en sfeer zijn sterk in deze boeken, net als de beschrijving van situaties – en van personages: „Midden dertig. Expressief gezicht. Kleine, rechte neus en een scherpe, uitdagende kin. Haar glimlach onthulde scheve hoektanden en lege plekken waar haar eerste kiezen hadden moeten zitten” (uit ”E staat voor Explosief”, Sue Grafton). Er vallen overigens ook onvertogen woorden.
Deze thrillers zijn meer dan verhalen over misdaden. Ze gaan over mensen, gewone en aparte. Ze vormen een puzzel; de letters laten de stukjes gaandeweg op zijn plaats vallen. De heldin is weliswaar dapper, maar ook kwetsbaar en eenzaam. En zij lost de zaken op. Uit een warwinkel aan gegevens haalt ze antwoorden. Altijd.
Misschien is dat voor mensen de belangrijkste reden om deze boeken te lezen. De wereld daarbinnen is niet erger of verwarrender dan de echte wereld. Maar hij is wel overzichtelijker: uiteindelijk weet je wie er goed is, en wie slecht.
Hard spel, Sara Paretsky; uitg. Archipel, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 630 5569 1; 421 blz.; € 22,50.