Bij hartfalen neemt de pompfunctie van het hart af, meestal als gevolg van een hartinfarct of hoge bloeddruk. Doel van het onderzoek is het aantal ziekenhuisopnames van de patiënten te verminderen. Ook moet het onderzoek leiden tot een kostenbesparing van minimaal 10 miljoen euro.

Aan het onderzoek doen ruim 1000 patiënten mee. Het onderzoek moet uitwijzen of patiënten die van verpleegkundigen extra voorlichting en intensieve begeleiding krijgen, uiteindelijk minder vaak in het ziekenhuis terechtkomen. Bij controles blijkt namelijk dat veel patiënten het niet zo nauw nemen met hun medicatie, dieet en andere voorschriften. Daardoor verslechtert hun situatie meer dan nodig is. Nu is het risico dat iemand met hartfalen binnen een jaar opnieuw wordt opgenomen meer dan 40 procent.

Nederland telt op dit moment ongeveer 200.000 patiënten met hartfalen. Door de vergrijzing neemt hun aantal jaarlijks met 10 procent toe, waardoor het tekort aan cardiologen uiteindelijk oploopt tot 150.

Door de zorg voor een deel te verplaatsen van de artsen naar de verpleegkundigen, wordt het tekort voor een deel opgelost. Dat kan bovendien een besparing opleveren van 10 miljoen euro per jaar, aldus schattingen van de Hartstichting.

Ook op de kosten van ziekenhuisopnames kan bespaard worden, is de verwachting. Deze maken nu 70 procent van de kosten uit. Het streven is dat aandeel terug te dringen tot een kwart.

De aan het onderzoek deelnemende ziekenhuizen zijn: Groningen (AZG), Amsterdam (AMC), Nijmegen (Radboud), Stadskanaal, Leeuwarden, Assen, Emmen, Almelo, Hengelo, Enschede, Deventer, Arnhem, Breda, Tilburg, Den Bosch en Heerlen.