Twaalf van de vijftien leden van de raad stemden voor de resolutie. Brazilië en Turkije, die onlangs nog een uraniumdeal hadden gesloten met Iran, stemden tegen. De Braziliaanse afgezant bij de VN noemde de sancties „geen effectief instrument.” Turkije zei te vrezen dat de resolutie de diplomatieke inspanningen om tot een oplossing te komen, niet zullen helpen. Libanon, dat namens de Arabische landen in de raad zit, onthield zich als enige land van stemming.

Iran heeft de nieuwe sancties, zoals verwacht, afgewezen. President Mahmoud Ahmadinejad vergeleek de resolutie met „een zakdoek die in de prullenbak moet worden gegooid.” Volgens het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken zijn de sancties onjuist en maken ze de situatie gecompliceerder.

De Amerikaanse president Barack Obama noemde de sancties een „ondubbelzinnige boodschap” aan Teheran. De internationale gemeenschap is vastbesloten om de verspreiding van kernwapens te stoppen, aldus Obama. Ook China en Rusland, die grote economische belangen in Iran hebben, schaarden zich achter de sancties. Volgens Israël is de resolutie „een belangrijke stap in de juiste richting.”

De nieuwe, tien pagina’s lange resolutie scherpt onder meer het wapenembargo tegen Iran aan. Landen mogen Iran geen zwaar wapentuig leveren, zoals tanks, pantservoertuigen, artilleriesystemen, gevechtsvliegtuigen, helikopters en marinevoertuigen. Iran mag niets doen om de beschikking te krijgen over raketten die een nucleaire lading kunnen vervoeren. Verder mag Iran in het buitenland niet investeren in uraniumwinning, raketontwikkeling en de verrijking van nucleaire stoffen.

Landen krijgen het recht om in havens en op open water schepen te onderzoeken, als het vermoeden bestaat dat deze verboden goederen transporteren naar Iran. Verdachte zaken moeten direct in beslag worden genomen. Iraanse banken worden nauwlettender gecontroleerd, om te voorkomen dat ze een rol spelen bij de aankoop van nucleair materiaal door het bewind in Teheran.

Het is de vierde keer dat de Veiligheidsraad sancties oplegt aan Iran. Eerder gebeurde dat in december 2006, maart 2007 en maart 2008. Toen werden onder meer de tegoeden bevroren van mensen, bedrijven en instellingen die betrokken waren bij het nucleaire programma van Iran.

Iran heeft een aantal reactoren om uranium te verrijken, naar eigen zeggen voor vreedzame doeleinden. Westerse regeringen vrezen echter dat Iran in het geheim werkt aan kernwapens. Vorige maand bereikten Brazilië en Turkije een akkoord met Iran over het opwerken van uranium. Teheran verklaarde zich bereid 1,2 ton laagverrijkt uranium in Turkije te laten opwerken. In ruil daarvoor zou Iran hogerverrijkte nucleaire brandstof krijgen voor een medische onderzoeksreactor.

De internationale gemeenschap reageerde terughoudend en sceptisch op de deal. Vorige maand werden de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad –de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, China en Rusland– en Duitsland het eens over een resolutievoorstel, dat woensdag is aangenomen.