Kerk & religie

Zonder de wet

Galaten 2:19

10 June 2010 08:00Gewijzigd op 14 November 2020 10:51

„Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.”

Wanneer de zondaar achtgeeft op de verzwarende omstandigheden van zijn zonden, de mismaaktheid van zijn plichten, de verdorvenheid van zijn hart en de geestelijkheid van de wet, dan wanhoopt hij. Hij vraagt zich af of hij ooit de goddelijke gunst of de vrede van zijn geweten zal verkrijgen. Hij ziet met verbazing en belijdt met gevoelige smart zijn hoogmoed en zijn dwaasheid. Hij ziet dat hij tot hiertoe zijn gerechtigheid en leven uit de wet gezocht heeft.

Hij ligt ootmoedig aan de voeten van vrijmachtige ontferming neer. Hij is ten volle overreed dat hij volstrekt een Zaligmaker nodig heeft, die de wet voldoening geeft en zijn ziel van het verderf bevrijdt. Zo een, die in staat is alle eisen van de hoogste rechtvaardigheid te vervullen en onbegrensd genade aan hem te bewijzen. Hij is gewillig om zich door gerechtigheid van een ander te laten zaligen en voor eeuwig schuldenaar aan vrije eindeloze genade te blijven.

Zo horen we de grote leraar der heidenen zeggen: „Zonder de wet zo leefde ik eertijds, maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.” Ik leefde opgeblazen door ijdele verbeelding van mijn uitmuntendheid en waande me veilig. Maar toen die dwaze gedachte bij mij huisvestte, was ik zonder de wet.

Abraham Booth,

predikant te Londen

(”De verloochening van eigen gerechtigheid volstrekt nodig”, 1775)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer