Met behulp van de kap wordt nu 1,74 miljoen liter ruwe olie per dag opgevangen, zegt de Amerikaanse kustwacht. Maar niemand durft te zeggen of dat het grootste deel is van de olie die in zee spuit, of nog niet eens de helft. De boorput lekt sinds het olieplatform Deepwater Horizon op 20 april ontplofte, waarbij elf bemanningsleden om het leven kwamen. Oliemaatschappij BP heeft nadien op verschillende manieren geprobeerd het lek te dichten of beheersbaar te maken.

Admiraal Thad Allen van de kustwacht zegt dat de olie in de Golf in ‘honderden tot duizenden’ plakken uiteen is gevallen. Booteigenaren uit de omgeving zijn ingehuurd om ze met behulp van skimmers op te vegen. De olie uit de gescheurde pijp heeft meer dan 160 kilometer van de kust van Louisiana en Florida besmeurd. Tot 240 kilometer ten westen van Tampa is op de zeespiegel een oliefilm gezien.

President Barack Obama probeerde maandag bewoners van het kustgebied gerust te stellen. „Wij zullen deze crisis doorstaan”, maar het zal tijd en veel inzet vergen. „Er zal schade zijn aan de Golfkust en economische schade, waar BP de mensen voor zal moeten compenseren", zei hij.

Allen zei dat het opruimen van de olie aan de oppervlakte maanden zal vergen, maar het verwijderen van de olie uit de moerassen en andere natuurgebieden ‘wel jaren’.

BP liet maandag weten aan het bestrijden van de ramp al 1,25 miljard dollar te hebben uitgegeven. Dat is nog exclusief 360 miljoen dollar voor het aanleggen van zes zandwallen om olie uit de wetlands van Louisiana te houden.