Zorgeloos
Galaten 2:19
„Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.”
Bent u een van die zorgeloze stervelingen, die al hun tijd ten koste leggen aan de verzorging van hun aardse belangen en aan het volbrengen van de lusten van het vlees? Zij zijn niettemin onder de wet, onderworpen aan dezelfde vloek, ofschoon zij daaraan nooit denken. Kunt u gerust wezen, o zondaar, in zo’n staat? Kunt u zich inbeelden dat uw Maker en Rechter u voor altijd zal vergeten, gelijk u nu Hem en Zijn dienst vergeet?
Kan bij de Heere iets ontglippen, of kan Hij, Die zegt dat Hij de schuldigen geenszins onschuldig zal houden, u straffeloos laten zondigen? Dat kan toch niet, want Zijn natuur is de heiligheid zelf, Zijn Woord de waarheid en Hij heeft een onveranderlijke afkeer van de zonde. Hem ontbreekt geen macht om de zonde te straffen. U mag voor een tijd in de zonde slapen, maar (tenzij genade het verhoedt) uw verderf zal niet sluimeren.
Hoe vreselijk zal uw toestand wezen, indien u zo lang slaapt dat u in het vuur wakker wordt. De rijke man hief zijn ogen op in de hel, zijnde in de pijn. Toen pas werden zijn ogen geopend. Het betoverende vermaak van de wereld had zijn geweten in slaap gewiegd. Dit nam zijn gehele tijd in beslag. De weg waarop hij wandelde, was breed, gemakkelijk, veel bezocht en met rozen bestrooid.
Abraham Booth, predikant te Londen
(”De verloochening van eigen gerechtigheid volstrekt nodig”, 1775)