Economie

Meer regelgeving, minder vrijheid

Het is een versnipperd geheel. De voorstellen buitelen over elkaar heen. De EU werkt aan allerlei maatregelen om een verscherpt regime voor de financiële sector op te tuigen. Meer regelgeving, minder vrijheid.

Drs. A. A. C. de Rooij
4 June 2010 20:23Gewijzigd op 14 November 2020 10:48

Misschien leefde de gedachte dat we in onze moderne tijd de zaken prima onder controle hadden. De beangstigende ontwikkelingen in de herfst van 2008 en recent de hachelijke situatie rond de euro, haalden een streep door dat optimisme. In reactie daarop hebben beleidsmakers overal in de wereld het druk met hervormingen om een herhaling van de problemen te voorkomen.

Haast is daarbij geboden. De Franse Eurocommissaris Barnier, tot wiens portefeuille in Brussel de financiële diensten behoren, waarschuwde vorige week: „We moeten voortvarend optreden, want de markten opereren sneller dan de democratie.” En verder geen misverstand: een benadering die volledige zekerheid biedt, bestaat niet. We mogen niet de illusie koesteren dat we erin slagen alle gevaren uit te bannen.

De aanpassingen hebben betrekking op tal van aspecten. Aan de orde zijn onder andere betere preventie, via strenger toezicht en hogere kapitaaleisen; vroegtijdig ingrijpen, waarbij te denken valt aan het verbieden van omstreden activiteiten, zoals de handel in speculatieve producten; en het ontwerpen van mechanismen om crises te beheersen. Het past allemaal bij wat president Sarkozy na de ondergang van Lehman Brothers zei: „We dienen een nieuwe basis te verschaffen aan het kapitalisme.”

De Europese Commissie gaf in oktober al een opsomming van beoogde veranderingen binnen de EU in dit kader. Die verkeren thans in verschillende stadia. Zo proberen de lidstaten en het Europees Parlement binnenkort een compromis te vinden over voorschriften voor hedgefondsen en over een gerenoveerd toezichtstelsel. Afgelopen woensdag kwamen plannen naar buiten voor meer greep op kredietbeoordelaars, de ratingbureaus, en startte een discussie over het managen van de risico’s die ondernemingen aanvaarden, met daarbij bepalingen rond bijvoorbeeld de beloning van bestuurders. Aan het eind van de zomer volgt wetgeving voor derivaten.

Vorige week presenteerde Barnier een eerste, voorzichtige opzet voor de invoering van een speciale heffing voor banken. Op dat element uit het totale programma zoomen we wat nader in.

Na het uitbreken van de kredietcrisis trokken nationale regeringen enorme hoeveelheden kapitaal uit om financiële instellingen te redden, de stabiliteit van het systeem te waarborgen en spaarders en depositohouders te beschermen. In Europa werd via de publieke middelen een bedrag van maar liefst 13 procent van het gezamenlijk bruto binnenlands product (bbp) ingezet.

Daarmee lag de rekening voor het roekeloze gedrag van sommige spelers op het bordje van de belastingbetaler, van de gewone burger. Dit laatste mag niet een tweede keer gebeuren, luidt de overheersende opvatting in internationale fora. Voortaan moet de sector zelf opdraaien voor de kosten. De vervuiler betaalt. Vanuit dat beginsel denkt de EU na over een bankentaks.

De komende tijd zullen ministers, regeringsleiders en vertegenwoordigers van het financiële bedrijfsleven erover spreken. De Unie zal het eind juni inbrengen tijdens de top van de G20 in Toronto. Barnier streeft ernaar begin 2011 een in detail geformuleerde aanpak gereed te hebben.

Het concept dat op tafel ligt, bevat alleen hoofdlijnen. Veel vragen blijven vooralsnog onbeantwoord. Verdwijnt de opbrengst in een apart fonds of gewoon in de schatkist? Hoe hoog zal de afdracht zijn en wat fungeert als heffingsgrondslag: de winst, het balanstotaal, de verplichtingen?

Het geld dat de overheden ophalen en dat nationaal en niet Europees wordt beheerd, is in ieder geval niet bedoeld voor reddingsoperaties zoals die bij de kredietcrisis. Partijen moeten niet de garantie hebben dat zij altijd geholpen worden, want dat nodigt uit tot onverantwoorde risico’s. Zo’n fonds fungeert niet als een verzekeringspolis.

Nee, wat voor ogen staat is dat er middelen beschikbaar zijn om een onafwendbaar faillissement ordelijk, zonder paniek, af te handelen, om in een vroeg stadium te saneren, om misschien goede en slechte bedrijfsonderdelen te splitsen of om een overname te faciliteren. Aandeelhouders zullen wel degelijk verliezen lijden. Als er maar geen systeemcrisis ontstaat; dat is het belangrijkst.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer