Pasklaar AOW-akkoord voor nieuw kabinet
DEN HAAG (ANP) – Werkgevers en de vakbeweging hebben vrijdag voor een nieuw kabinet na de verkiezingen op 9 juni een kant-en-klaar voorstel gepresenteerd om de AOW en aanvullende pensioenen betaalbaar te houden met de vergrijzing.
In een conceptakkkoord stellen de sociale partners voor om in 2020 de AOW-leeftijd van 65 naar 66 jaar te verhogen. Daarna wordt om de vijf jaar bekeken of gezien de stijgende levensverwachting de pensioenleeftijd verder moet verschuiven. Naar verwachting zal in 2025 de AOW-leeftijd naar 67 jaar gaan.
Premier Balkenende noemde vrijdag het akkoord van grote betekenis. „Ik verwacht dat de plannen absoluut op de formatietafel komen te liggen”, aldus Balkenende. Demissionair minister Donner van Sociale Zaken zei dat „wie er ook aan de tafel zit” straks bij de formatie zal moeten erkennen dat het akkoord „een gemeenschappelijke basis” biedt om over te spreken.
De eigen partij van Balkenende en Donner, het CDA, heeft in het verkiezingsprogram staan dat de AOW-leeftijd al in 2015 omhoog moet. Tweede Kamerlid Van Hijum van het CDA noemde de invoerdatum van het akkoord „nog een punt van afweging”. VVD, D66 en ChristenUnie waarschuwden ook al eerder dat een hogere pensioenleeftijd in 2020 te laat is om overheidsfinanciën op orde te brengen. De PvdA gaat uit van 2020, omdat mensen zich moeten kunnen voorbereiden.
Zowel werkgevers als vakbonden benadrukten dat het niet de bedoeling is om onderdelen uit het akkoord te halen. Zij wezen op de samenhang tussen de overheidsvoorziening AOW en de aanvullende pensioenen, die opgebouwd worden door werkgevers en werknemers.
Volgens het akkoord stijgt de AOW meer mee met de lonen dan nu. Mensen kunnen nog met 65 jaar stoppen met werken, maar krijgen dan wel 6,5 procent minder uitkering. In sectoren en bedrijven zullen werkgevers en vakbonden, net als nu, afspraken maken over de aanvullende pensioenen om deze betaalbaar te houden en over keuzevrijheid voor mensen die bijvoorbeeld zwaar werk doen. Afgesproken is dat premies niet verder stijgen.
Vorig jaar mislukte nog het AOW-overleg tussen sociale partners. De koppeling aan de levensverwachting, waardoor de AOW-leeftijd op termijn ook boven de 67 jaar kan uitkomen, zorgde nu volgens ondernemersvoorzitter Bernard Wientjes van VNO-NCW voor een doorbraak.
FNV-voorzitter Agnes Jongerius, vorig jaar felste tegenstander van verhoging van de pensioenleeftijd, zei dat dankzij de welvaartsvastere AOW-uitkering de lagere inkomens beter beschermd worden.
Ondanks de iets hogere uitkering bespaart volgens Wientjes het plan toch de 4 miljard euro, zoals het kabinet-Balkenende vorig jaar eiste. Volgens CNV-vakbondsbestuurder Jaap Jongejan worden besparingen vooral behaald omdat mensen langer gaan werken.
Vakorganisatie RMU vindt het positief dat de sociale partners „na jarenlang bakkeleien” een akkoord over de AOW hebben bereikt, maar noemt het „ontzettend ongewis” of de AOW-leeftijd na 2020 van 66 naar 67 jaar zal gaan.
De reformatorische vakorganisatie RMU denkt dat de keuzevrijheid om toch op 65-jarige leeftijd van de AOW gebruik te kunnen maken „uiterst discutabel” is. „Niet alle werknemers kunnen een hoger pensioen opbouwen door bonussen mee te tellen. En lang niet alle –en zeker niet lager opgeleide– werknemers hebben een dertiende maand.”
De RMU houdt vast aan haar voorstel om de AOW-leeftijd vanaf 2015 geleidelijk te verhogen van 65 jaar naar 67 jaar, waarbij mensen nog wel moeten kunnen stoppen op hun 65e.
FNV houdt waarschijnlijk een referendum onder de leden over het AOW-akkoord. De vakbonden CNV en MHP raadplegen de leden op de traditionele manier. Zij schrijven via de aangesloten bonden ledenraadplegingen uit.