Vrijdag heeft het OM voor het gerechtshof in Arnhem tegen uitbaters van de kleine cafés De Kachel uit Groningen en Victoria uit Breda boetes geëist van 1200 euro en een voorwaardelijke maand sluiting van de kroeg. In die cafés werd gerookt nadat het verbod was ingesteld.

In het proefproces werden de twee cafés eerder door de gerechtshoven in Leeuwarden en Den Bosch vrijgesproken, omdat zij geen personeel hebben dat bij wet beschermd moet worden tegen tabaksrook. Maar de Hoge Raad legde de wet anders uit, zodat het gerechtshof in Arnhem het werk van de hoven Den Bosch en Leeuwarden vrijdag over doet.

Nu duidelijk is dat de kroegbaas zelf ook valt onder de personen die geen last van rook op de werkplek mogen hebben, verschuift de vraag naar de gelijkheid tussen kleine en grotere horecabedrijven.

Advocaten van de kleine kroegjes betoogden dat kleine ondernemers op achterstand worden gezet ten opzichte van grotere horecabedrijven, omdat zij geen ruimte of financiële middelen hebben om aparte rookruimtes te realiseren. Dat is strijdig met het gelijkheidsbeginsel en dus een reden om het rookverbod niet geldig te verklaren voor kleintjes. In Nederland zijn ongeveer 3800 cafés kleiner dan 35 vierkante meter.

Justitie stelt dat minister Klink daar destijds juist goed over had nagedacht: het zou veel oneerlijker zijn als de ene horecagelegenheid wel en de andere niet het roken moet verbieden. Ook andere argumenten van de kleine kroegen, zoals dat de omzet zal teruglopen door het rookverbod en dat de internationale handel in dranken wordt belemmerd, gaan volgens justitie niet op. De omzetdaling in de horeca had al ingezet voordat het rookverbod werd ingesteld, stelt justitie, en ook de Europese handelsregels worden niet geschonden, vindt de aanklager.

Het gerechtshof doet uitspraak op donderdag 17 juni.