Dialoog nodig tussen christelijke politiek en christelijk conservatisme
Het christelijke conservatisme en de christelijke politiek kunnen elkaar versterken door zich op de onderlinge overeenkomsten te richten, betoogt Jan Kloosterman.
De verbinding van christelijke politiek met het conservatisme roept diverse reacties op. Zo maakte de kernideeëntoer van de SGP-jongeren begin dit jaar polemische uitingen los over het conservatisme. Ook tussen de CDA-jongeren en het CDA is het conservatisme onderwerp van debat. In dat dynamische decor organiseerde het Christelijk Conservatief Beraad op 15 mei zijn eerste congres.
De gevoelstemperatuur bij het begrip (christelijk) conservatief loopt nogal uiteen. Waar het voor de één een onwenselijke verbinding betreft met pragmatisch, liberaal of traditioneel denken, is het voor de ander een feest van herkenning. In het gedachtegoed van bijvoorbeeld de SGP zijn tal van punten te vinden die ook voor christelijke conservatieven belangrijk zijn, zoals een kleine, daadkrachtige overheid, de noodzaak van een waarde(n)vol cultureel fundament, het belang van goede en fatsoenlijke omgangsvormen en de nadruk op instituties zoals kerk, school en gezin.
Ik ben van mening dat het christelijke conservatisme en christelijke politiek elkaar fundamentele noties kunnen meegeven ter versterking van elkaar. Wat nodig is, is een op overeenkomsten gerichte dialoog met respect voor de eigenheid van iedere partij of organisatie.
Van fundamenteel belang om in overeenkomsten te kunnen denken is de erkenning van wezenlijke noties over goed en kwaad. De gebrokenheid in onze wereld roept om verlossing en genezing. Die is te vinden in de erkenning dat God Zich in Christus als Verlosser en Heelmeester heeft geopenbaard.
Het conservatisme wordt nogal eens weggezet als enkel zucht tot behoud van wat in het verleden was. De centrale vraag daarbij is wát dan moet worden behouden. Als dat een deugdethiek is, slaan we de plank mis. De diepte en de verworteling van de zonde zijn daarvoor te groot. Alleen met en door genade is het mogelijk om met menselijke inzet goed te doen.
Het gaat er daarbij allereerst en allermeest om in geloofsgehoorzaamheid de Koning der koningen te dienen. Redelijkheid en deugdelijke normen schieten tekort als ze niet onder de zeggenschap staan van Gods Woord. Het bijvoeglijk naamwoord ”christelijk” geeft daarmee de wezenlijke kleur en inhoud aan het begrip ”conservatisme” en is dus onmisbaar.
Reveil
Omdat conservatieven van mening zijn dat de mens geen onbeschreven blad is, geloven zij niet in de maakbaarheid van de samenleving. Christelijke conservatieven funderen dit vanuit de Bijbel. Het werkelijk goede is de gekruisigde Christus als enige antwoord op het kwaad. Waar deze beslissende notie ontbreekt, gaat het conservatisme mank in het geven van de juiste antwoorden op de vraagstukken in de samenleving.
De kracht van het Reveil in de negentiende eeuw laat zien wat er maatschappelijk volgen kan als het leven naar Gods wetten ingericht wordt. Deze beweging leidde tot zowel een geestelijke als een sociale doorbraak. De vertegenwoordigers van het Reveil wilden naast iedere burger staan vanuit het besef zelf zondaren te zijn. En vanuit die houding was een verheffing en verbetering van (leef)omstandigheden mogelijk. Geen euforische zelfbevrediging in het sociaal goed doen, maar de gebondenheid aan Gods eis tot naastenliefde en de noodzaak van barmhartigheid dreef hen. Dat is werkelijk sociaal.
Het christelijk cultureel fundament dat hierdoor ingevuld wordt, heeft onze samenleving hard nodig om antwoorden te geven op de problemen in onze democratie, rechtsstaat en economische ordening. Juist daarin kunnen christelijke conservatieven en christenpolitici elkaar versterken zonder hun eigenheid op te geven. Dit kan onder andere door analyses en oplossingsrichtingen uit te wisselen.
Schadelijk en onwenselijk hiervoor is dat christenen het verdeelde huis in stand houden door te focussen op wat ons scheidt. In dat opzicht is de bijdrage van ds. W. Visscher (RD van vrijdag) een gemiste kans.
Het gaat om de erkenning in de christelijke (conservatieve) politiek van Gods werkelijkheid met daarin besloten onze werkelijkheid. Iedereen die dit belijdt, zal de notie onderschrijven dat God regeert en dat christelijke politiek beleid wil maken dat recht doet aan de Tien Geboden, die heilzaam zijn voor de samenleving. Daarom belijden wij met de Kerk van alle tijden en plaatsen het algemeen (katholiek) ongetwijfeld christelijk geloof als proclamatie van de enige, waarde(n)volle traditie. En dwars door al het menselijke hierin gaat het om de openbaring van Gods regering in het perspectief dat Zijn koninkrijk kome.
Deze waarheid kan christenen in de politiek samenbinden als we haar meer weten te katholiseren en te concretiseren in onze tijd. Dan ontstaat er een bredere erkenning van waardevolle en fundamentele noties over kerkmuren en partijgrenzen heen.
De auteur is oud-voorzitter van de SGP-jongeren en mede-auteur van Kernideeën.