Buitenland

Aftreden Köhler verrast Duitsland

BERLIJN – President Horst Köhler (67) van Duitsland heeft maandag zijn ambt per direct neergelegd. Als gevolg van de heftige kritiek op zijn omstreden uitlatingen over de inzet van het Duitse leger voelde hij zich te zeer beschadigd. Met zijn onverwachte aftreden overrompelde Köhler heel Duitsland, onder wie bondskanselier Merkel.

Van onze correspondent
1 June 2010 11:27Gewijzigd op 14 November 2020 10:46
BERLIJN – De Duitse bondspresident Horst Köhler (r.) maakte maandag geflankeerd door zijn vrouw Eva Luise, tijdens een persconferentie in paleis Bellevue onverwacht zijn aftreden bekend. Foto EPA
BERLIJN – De Duitse bondspresident Horst Köhler (r.) maakte maandag geflankeerd door zijn vrouw Eva Luise, tijdens een persconferentie in paleis Bellevue onverwacht zijn aftreden bekend. Foto EPA

Merkel liet in een eerste reactie weten het vertrek van Köhler ten diepste te betreuren. „Köhler was iemand die ons perspectief verruimde en mij raad kon geven in deze crisistijd”, aldus de verraste kanselier. Ook de minister van Buitenlandse Zaken, de liberaal Guido Westerwelle, betreurde het besluit, „maar we moeten het respecteren.”

Köhler was in 2004 als kandidaat van de huidige regeringspartijen –de christendemocratische CDU/CSU en de liberale FDP– naar voren geschoven voor de opvolging van Johannes Rau als bondspresident. Een jaar geleden werd hij nog voor een tweede ambtstermijn herkozen.

Köhler gaf in een korte maar emotionele rede aan dat hij het „nodige respect voor het hoogste staatsambt” had gemist nadat hij heftig onder vuur was genomen na een radio-interview. Op 22 mei zei hij voor Deutschlandfunk dat een land als Duitsland, dat zeer afhankelijk is van handel met het buitenland, zich moet realiseren dat de economische belangen van Duitsland kunnen meespelen bij het besluiten tot een militaire interventie.

De inzet van het Duitse leger in oorlogssituaties ligt in Duitsland nog altijd politiek zeer gevoelig en is aan strenge grondwettelijke regels gebonden. „Kanonneerbotenpolitiek”, „grondwetvijandige uitspraken” en „economische oorlogsvoering” waren enkele verwijten van de oppositie. Köhler stelde nadien tevergeefs dat hij slechts had gedoeld op door de Bondsdag aangenomen missies zoals de inzet van Duitse marineschepen tegen Somalische piraten.

”Horst wie?” kopte de Bildzeitung zes jaar geleden toen Horst Köhler tot negende bondspresident was gekozen. De econoom was vier jaar directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voordat Merkel hem ertoe overhaalde om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. Bij het grote publiek was hij echter volslagen onbekend.

Köhler was de eerste bondspresident die niet afkomstig was 
uit de politiek en zorgde voor een frisse wind. „Open wil ik zijn en als het moet ongemakkelijk”, zei hij bij zijn verkiezing in 2004. Die rol heeft hij waargemaakt. Zijn typering van de financiële markt als „monster” dat aan banden moet worden 
gelegd, bezorgde de econoom veel sympathie. Zijn politieke onafhankelijkheid onderstreepte hij door tot twee keer toe een aangenomen wet terug te sturen naar de Bondsdag vanwege grondwettelijke bezwaren.

Voor de regering-Merkel, die intern zeer verdeeld is over de aanpak van de crisis, kwam het aftreden van de ‘eigen’ president als een volslagen verrassing. Köhler benadrukt met zijn besluit zijn onafhankelijke positie, waaraan hij veel waarde hechtte. Tegelijkertijd echter toont het volgens politieke waarnemers aan dat Köhler de laatste jaren steeds meer geïsoleerd raakte. „Zijn autoriteit was te zeer aangetast door de politieke elite”, concludeerde de gerenommeerde politicoloog Gerd Langguth gisteravond tegenover een nieuwszender. Köhler zocht slechts een geschikte aanleiding om af te treden.

Köhler stak niet onder stoelen of banken dat hij gelovig protestant was. De oecumene was volgens hem de weg van de toekomst voor de kerken. In een interview naar aanleiding van de Oecumenische Kerkdagen in München begin mei zei Köhler: „Mijn grootste wens is een gezamenlijk avondmaal.”

Bondskanselier Merkel heeft weinig tijd om een nieuwe presidentskandidaat te zoeken. De Duitse grondwet schrijft voor dat er binnen dertig dagen een nieuwe president moet worden gekozen. Daarvoor wordt de Bondsvergadering bijeengeroepen, die bestaat uit afgevaardigden van de Bondsdag en de zestien deelstaatparlementen. Ze komt uitsluitend bijeen om de president te kiezen.

In de wandelgangen worden al de namen genoemd van de christendemocratische ministers van Werkgelegenheid en Financiën, respectievelijk Ursula van der Leyen en Wolfgang Schäuble. Die laatste was echter in 2004 als presidentskandidaat voor de FDP onbespreekbaar.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer