Volgens de Amerikanen is S.O. lid van een Somalische terroristische groepering, Al-Shabaab genoemd. In die hoedanigheid heeft hij zich schuldig gemaakt aan samenspanning met het doel mensen te doden, te kidnappen of te verminken. Ook gaf hij essentiële steun aan terroristen. Hij zou zich hieraan schuldig hebben gemaakt in de Verenigde Staten en Somalië, menen de Amerikanen.

Volgens de rechtbank hebben de Amerikaanse autoriteiten op „voldoende wijze gegarandeerd” dat O. geen doodstraf in de VS zal krijgen. Daarom zijn er geen redenen om de uitlevering tegen te houden.

De advocaat van O., Bart Stapert, zegt in een reactie dat zijn cliënt dit besluit gaat aanvechten bij de Hoge Raad. Na de behandeling van deze zaak bij het hoogste rechtscollege van Nederland, moet de minister van Justitie nog een nieuw besluit gaan nemen of hij de uitlevering toestaat. Daarom zal O. voorlopig nog niet aan de Amerikanen worden overgedragen.

De raadsman is het niet eens met het besluit van de rechtbank. Hij stelt dat de Amerikaanse terrorismewetgeving veel verder gaat dan de Nederlandse wetgeving op dat gebied.

Ook vreest Stapert voor het leven van O. als hij aan de VS wordt uitgeleverd. „In de VS zelf zal hij niet voor zijn leven hoeven te vrezen, maar het gevaar bestaat dat de Amerikanen hem uitzetten naar Somalië als hij in de Verenigde Staten zijn eventuele straf heeft uitgezeten. En in Somalië is hij zijn leven niet zeker.”