Redactie economie

AMSTERDAM – De nerveuze beurshandel kan deze week wel wat goed nieuws gebruiken. Dat zou dan tegenwicht kunnen bieden aan alle onrust over de schuldencrisis.

Afgelopen week laveerden de beurzen wereldwijd opnieuw tussen hoop en vrees. Aan het begin van de week gingen de koersen sterk omlaag door de zorgen over de schuldencrisis. Vervolgens was er herstel dankzij opbeurende berichten over de wereldeconomie.

Vrijdag eindigde met name Wall Street de week echter toch negatief, door tegenvallend nieuws over de consumptie in de VS en nieuwe zorgen over de economische toekomst van Spanje. Kredietbeoordelaar Fitch liet namelijk weten dat de Spaanse overheid, die de verwachtingen over de economische groei in dat land neerwaarts heeft bijstelde, toch te optimistisch is. De kredietbeoordelaar verlaagde daarop de zogenoemde rating voor Spaanse staatsobligaties met één stap van AAA naar AA+.

De kwetsbaarheid van de beurzen was ook goed zichtbaar in Amsterdam, waar de AEX op dinsdag zakte tot 305,03 punten, de laagste slotstand van 2010. In de rest van de week herstelde de hoofdindex weer, tot een slotstand van 320,16 punten op vrijdagmiddag.

Deze week zullen de financiële perikelen van Europese overheden de beurshandel waarschijnlijk weer niet ongemoeid laten. In Spanje moeten werkgevers en vakbonden vóór morgen een akkoord bereiken over de hervorming van de arbeidsmarkt om de overheidsfinanciën van Spanje op orde te krijgen en de torenhoge werkloosheid te bestrijden. Anders grijpt de overheid eenzijdig in met maatregelen die zowel het overheidstekort als de torenhoge werkloosheid moeten aanpakken. De vakbonden dreigden daarop vorige week op hun beurt met een algemene staking als de overheidsmaatregelen de belangen van werknemers schaden.

Maar het overleg daarover wil nog niet echt vlotten. Sterker: het overleg tussen de sociale partners lijkt op een dood spoor te zijn beland. De partijen gingen zaterdag zonder akkoord uit elkaar. Gisteren stonden er, aldus ingewijden, geen nieuwe gesprekken gepland.

Donderdag stemde het Spaanse parlement al wel nipt in met een bezuinigingspakket van 15 miljard euro. Die overwinning lijkt de regering echter nog geen grotere populariteit op te leveren. Uit een opiniepeiling van de krant El Mundo bleek gisteren dat oppositiepartij Partido Popular (PP) ruim 45 procent van de stemmen zou krijgen als er nu verkiezingen zouden worden gehouden. De regerende Socialistische Partij kwam in de peiling niet verder dan 35 procent.

El Mundo verbaast zich vooral over het tempo waarin de partij van premier Zapatero, die de PP in maart 2008 nog met 3 procent versloeg, steun verliest. „Het is alsof zijn hele plan ineens is geïmplodeerd en hij van zijn voetstuk is gevallen”, aldus de krant in een commentaar.

Veel Spanjaarden houden er rekening mee dat de omstreden bezuinigingsplannen de regering zullen dwingen vervroegde verkiezingen uit te schrijven. „De regering zit niet alleen in een economische crisis, maar ook in een politieke crisis omdat er niet goed genoeg wordt bestuurd”, stelde een Spaanse analist tegenover persbureau Reuters. „Ik denk dat er op enig moment vervroegde verkiezingen zullen komen.”