Koersdaling correctie in opgaande trend
De aandelenmarkten staan onder druk. De onrust bij beleggers is niet ongegrond, maar waarschijnlijk is er sprake van een tijdelijke correctie. Als er geen nieuwe problemen opdoemen, komt het moment dichterbij dat aandelen weer bijgekocht kunnen worden.
De aandelenmarkten hebben sinds medio april een flinke veer gelaten. De toonaangevende indices in Europa en de Verenigde Staten vertoonden de grootste correctie sinds in maart vorig jaar het koersherstel inzette. Waarschijnlijk is er sprake van een correctie in de opgaande trend, al zijn er meerdere ontwikkelingen die zorgen baren.
Meest in het oog springt uiteraard de slechte staat waarin de overheidsfinanciën van veel Europese landen verkeren. Deze leiden tot twijfels over de houdbaarheid van een muntunie zonder politieke eenheid en vrees dat drastische bezuinigingen een hernieuwde groeiterugval teweegbrengen.
Tegelijkertijd is er een gerede kans op problemen bij de tekortfinanciering in de VS, Japan en het Verenigd Koninkrijk. Deze landen zitten niet in het keurslijf van een gemeenschappelijke munt, maar hun schuldenratio’s zijn aanmerkelijk hoger dan die van de meeste Europese landen.
In samenhang hiermee maken marktpartijen zich ook zorgen over de financiële sector. Meerdere banken hebben een flinke blootstelling naar de in problemen geraakte Zuid-Europese landen. Problemen in de Spaanse bankensector gaven vorige week een extra impuls aan de angst voor een nieuwe bankencrisis.
Tot slot zijn er zorgen over de explosieve verhouding tussen Noord- en Zuid-Korea. Een uit de hand lopend conflict zou de regio die momenteel als groeimotor voor de wereldeconomie fungeert, het Verre Oosten, in problemen kunnen brengen.
Er is alle reden om bovenstaande ontwikkelingen serieus te nemen, maar ze zijn geen reden om somber te worden over de vooruitzichten voor de aandelenmarkten op de lange termijn.
Deze worden gedreven door de ontwikkelingen in de economie en meer specifiek de winstontwikkeling in het beursgenoteerde bedrijfsleven.
Al veel eerder was duidelijk dat de stimulansen vanuit overheidsbegrotingen vanaf eind dit jaar worden teruggedraaid en vanaf volgend jaar zelfs een rem zullen zetten op de economische ontwikkeling. Op grond daarvan hebben de meeste conjunctuurinstituten en banken gematigde economische groeiprognoses opgesteld voor de westerse industrielanden en rekenen veel partijen met conservatieve winsttaxaties voor bedrijven. De kans op teleurstellingen is hierdoor beperkt. Daar komt bij dat recente macro-economische cijfers en bedrijfsresultaten meevallen. De opwaartse bijstelling van de groeiprognoses van de OESO, de Parijse organisatie van industrielanden, onderstreept dat een hernieuwde recessie (”double dip”) onwaarschijnlijk is.
Een minstens zo belangrijke reden om te waken voor doorschietend pessimisme is dat de problemen rond de overheidsfinanciën en de uitstralingseffecten naar de financiële sector transparant zijn. Het gesjoemel met de statistieken door de Grieken was een uitzondering. De cijfers met betrekking tot overheidsschulden zijn openbaar en, waar het de toekomstige ontwikkeling betreft, tamelijk voorspelbaar. Dit is een groot verschil met de problemen die speelden in de bancaire sector tijdens de voorbije kredietcrisis. Het gebrek aan transparantie leidde er toen toe dat het vertrouwen tussen banken onderling wegviel, de kredietverlening stokte en het financiële systeem dreigde te imploderen. De overheidsschulden brengen problemen met zich mee, maar een systeemcrisis ligt op dit moment niet op de loer. De politieke situatie in Korea is ondoorzichtig en daardoor een risicofactor. Van een werkelijke bedreiging voor de reële economie is echter pas sprake als het conflict uitmondt in een oorlog.
Na de recente koerscorrectie zijn de marktwaarderingen weer aan de aantrekkelijke kant, een factor die ruimte geeft voor hernieuwde koersstijgingen. Vanwege de grote risicoaversie bij beleggers is het te vroeg om enthousiast te worden over de vooruitzichten voor de aandelenmarkten. Maar als geen nieuwe problemen opdoemen en de koersen verder dalen, komt het moment dichterbij dat aandelen weer bijgekocht kunnen worden.
De auteur is werkzaam als hoofd strategie & research bij Theodoor Gilissen Bankiers. Zijn bijdrage is geen aanbeveling of advies om effecten te kopen of te verkopen.