„De toren van Babel staat in Brussel”
BRUSSEL – ”De toren van Babel staat in Brussel”. Europarlementariër Eppink presenteert volgende week een boek met die uitdagende titel. Tegelijk start hij een campagne om te voorkomen dat de EU in de toekomst belastingen gaat heffen.
De auteur wil de almaar uitdijende Brusselse bureaucratie een halt toeroepen. De Unie dient zich in zijn visie te beperken tot haar kerntaken, zoals de interne markt, een eenheidsmarkt voor goederen en diensten zonder belemmeringen als gevolg van onderlinge grenzen. Hij vergelijkt de huidige EU met een toren waarop telkens nieuwe verdiepingen worden gestapeld, totdat het bouwwerk instort.
De problemen rond de Griekse tekorten en schulden ziet hij als een treffende illustratie van hoe het verenigd Europa dreigt vast te lopen. „De elite streeft naar steeds meer eenwording, maar de crisis met de euro maakt de breuklijnen zichtbaar”, aldus Eppink. De natie aan de zuidoostflank van het continent heeft jarenlang het geld over de balk gegooid en nu het is misgegaan, mogen andere landen opdraaien voor de rekening. „Vooral in Duitsland neemt de weerstand tegen Brussel toe”, constateert het EP-lid.
Eppink is goed bekend met de gang van zaken in de EU. Hij was medewerker van twee Eurocommissarissen, eerst van VVD’er Bolkestein en later van Kallas uit Estland. Vorig jaar werd hij als Nederlander verkozen in het Parlement via de lijst van de Belgische rechts-liberale partij Lijst Dedecker (LDD). Hij trad als afgevaardigde toe tot de groepering met de naam Europese Conservatieven en Hervormers, afgekort in het Engels ECR. Tot die fractie behoort ook Van Dalen van de ChristenUnie.
De Nederbelg stelt in zijn boek vast dat de macht in Brussel niet berust bij personen, maar bij een politiek-bureaucratisch complex en dat de Europese elite vervreemdt van de burger. Hij pleit voor een herijking of, zoals hij het aanduidt, een mentale ommekeer. In zijn optiek betekent dat een einde aan de uitdijende bureaucratie met groeiende subsidiestromen.
Tegen die achtergrond lanceert hij een zogeheten burgerinitiatief, om te verhinderen dat de bevolking ooit rechtstreeks een belastingaanslag ontvangt uit Brussel. Federalisten, onder wie bijvoorbeeld de Belgische oud-premier en huidig Europarlementariër Verhofstadt, zinspelen er voortdurend op: geef de Unie de mogelijkheid om zelf geld op te halen. Eppink bestempelt het als „de ultieme machtsgreep van de EU.” Tot dusver verkrijgt die haar begrotingsmiddelen via de nationale regeringen.
Het burgerinitiatief is een mogelijkheid die de nieuwe spelregels, vastgelegd in het Verdrag van Lissabon, bieden om een onderwerp op de agenda te zetten. Daarvoor zijn een miljoen handtekeningen nodig uit minimaal negen lidstaten. Over de precieze details van dit instrument om de mensen meer bij Europa te betrekken, moet nog een beslissing vallen.
Eppink verwacht niet dat de beleidsmakers blij zullen zijn met zijn plan. Hij beschouwt zichzelf overigens niet als iemand met een anti-Europese opstelling. „Ik ben voor de EU, maar dan wel voor een Unie die zich concentreert op haar hoofdtaken. Het federalisme is echter bijna een religie. Kritiek hebben mag niet.”