Auto halen én dagje uit
„Papa, wanneer komen ze de nieuwe auto brengen?” Zoonlief kan niet wachten tot de nieuwe Volkswagen er is. Papa kan daar iets aan doen: z’n vierwieler zelf ophalen bij de fabriek.
Twee glazen torens markeren het terrein van Autostadt in het Duitse Wolfsburg, een kleine vier uur rijden vanaf Arnhem. Het mobiliteitspark, dat over twee weken het tienjarig bestaan viert, biedt kopers van een Volkswagen de gelegenheid om de nieuwe auto zelf op te halen van de nabijgelegen fabriek. Met de trein erheen, met de auto terug. Tijdens het wachten is er genoeg te bekijken en te doen voor het hele gezin. Gratis uiteraard.
Zodra een auto klaar is in de fabriek, gaat hij ondergronds naar een van de twee glazen torens. „Hier slaan we de auto’s op”, aldus Wouter de Vos, die zijn gast rondleidt. „We hadden ook kunnen kiezen voor een normale loods, maar door de opslag zichtbaar te maken, wordt het leuk voor bezoekers. Iemand die een bijzondere kleur heeft besteld, kan met een beetje geluk zijn auto in de toren zien staan.”
Een witte Golf suist voorbij en wordt door een speciale lift op de bovenste etage geparkeerd. Besluitloos blijft hij even hangen, waarna het platform weer in beweging komt en een Scirocco ‘uit het rek’ pakt en naar beneden brengt. De lift legt 2 meter per seconden af en grijpt nooit mis. Altijd staat de juiste auto op de goede plek. Hoe kan dat toch? De Vos wijst op een witte transponder die aan elke binnenspiegel hangt. „Daarin zijn alle gegevens in opgeslagen; een soort vingerafdruk. Om welke auto gaat het? Wie heeft hem besteld? Wanneer komt de klant hem ophalen? Alles is precies op elkaar afgestemd.”
Zodra het tijdstip is vastgesteld waarop de koper de sleutels krijgt overhandigt, verdwijnt de auto onder de grond en komt hij in het klantencentrum terecht. Kentekenplaten erop en rijden maar, richting de hal waar de kersverse eigenaar uitleg krijgt over zijn nieuwe aanwinst. „De ene klant vraagt je het hemd van het lijf en heeft anderhalf uur nodig. De ander grijpt de sleutels en is binnen vijf minuten weg”, aldus De Vos. Volgens de gids haalt een aantal procent van de Nederlandse klanten de auto hier op. „Bij de Duitsers is dat meer dan 30 procent.” Dit komt neer op bijna 500 auto’s per dag.
Hoewel Autostadt de enige is in zijn soort, is het ophalen van de auto bij de fabriek geen unicum. Steeds meer fabrikanten bieden klanten deze mogelijkheid. Volvo maakte het een aantal maanden geleden zo bont om er een complete vliegreis naar het Zweedse Göteborg bij te doen, inclusief hotelovernachting. „Koop een Volvo en haal hem zelf op”, luidde de reclameboodschap, om het kopen van een Volvo maar zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Mercedes-Benz maakte vorige week bekend dat Nederlandse kopers hun nieuwe Benz kunnen ophalen in Sindelfingen bij Stuttgart, inclusief een tweedaags arrangement. Fabrieksrondleiding en museumbezoek horen er uiteraard bij. Toch haalt dat het niet bij zo’n uitgebreid park als Autostadt.
Neem bijvoorbeeld de toeristencabine in een van de torens. De lift die normaliter auto’s transporteert, pakt deze glazen bak op en neemt de inzittenden mee voor een duizelingwekkend rondje toren, van onder naar boven en weer terug. Ondertussen draait hij om zijn as, zodat de complete toren goed te zien is.
Op het 25 hectare grote themapark is voor elk merk binnen de Volkswagengroep een paviljoen ingericht, elk met zijn eigen sfeer. Audi is zakelijk, chic eigenlijk. Grijs en wit zijn de kleuren, het interieur is strak. Bij Seat is het gezellig, met felle tinten en Spanjaarden die bezoekers luidruchtig welkom heten. Skoda is op zijn beurt rustig en praktisch ingericht. Overal zijn de nieuwste modellen te bewonderen en is informatie beschikbaar over de geschiedenis van het desbetreffende merk.
Op zoek naar nóg meer historie? Op naar het zogeheten Zeithaus Museum. Hier gaat de bezoeker terug in de tijd en komt daarbij ook andere merken tegen. Want Volkswagen kan er niet omheen: de allereerste auto was toch echt een Mercedes-Benz. Ook de T-Ford mag niet ontbreken in het museum, het miljoenste exemplaar van de Mini Cooper evenmin.
Auto’s zijn vervuilende dingen. Ze doen het milieu geen goed. Dat beseft Volkswagen ook, aldus De Vos, die zijn rondleiding eindigt op ”Level Green”. Hier kan de bezoeker informatie vinden over de aarde, de vervuiling die erop plaatsvindt en de manier waarop die tegengegaan kan worden. Of er ook maar één auto minder om gekocht zal worden, is echter de vraag. Het lijkt een poging om groen te zijn in een vervuilende wereld van mobiliteit.
Kinderen storen zich niet aan dit dilemma. Buiten snorren elektrische Beetles over een groot verkeersplein. De jonge bestuurders hebben hun rijbewijs gehaald en mogen hier hun rijvaardigheid tonen. Binnen werken andere koters zich in het zweet op skelters, uiteraard voorzien van het Volkswagenlogo.
Themapark Autostadt
Het themapark Autostadt in Wolfsburg is geopend op 1 juni 2000. Sindsdien haalden bijna 2 miljoen mensen hun nieuwe auto op bij de fabriek. Het park is ook toegankelijk voor toeristen.
Openingstijden
9.00 tot 18.00 uur
Prijzen
Volwassenen: één dag 15 euro, twee dagen: 22 euro.
Kinderen (6-17 jaar): één dag 6 euro, twee dagen 9 euro.
Gezinnen: één dag 38 euro, twee dagen 57 euro.
Bezienswaardigheden
– Autotorens.
– Merkpaviljoens.
– Klantencentrum (afhalen auto).
– Zeithaus Museum.
– Offroadterrein.
–Rondleiding door fabriek.
testje