Hond weert wolf
De wolf rukt op naar Nederland. Nu de ”canis lupus” in heel Europa een beschermde diersoort is, herovert hij langzamerhand zijn oorspronkelijke leefgebied. In het Oost-Duitse Saksen leert de bevolking te leven met de onlangs teruggekeerde ‘boze’ wolf.
Stefan Haasche moet vandaag alle zeilen bij zetten om de twaalf meisjes van de Mittelschule uit Elstra te onderhouden. De schoolklas uit Saksen maakt een klassenreis en vandaag staat de wolfsexcursie op het programma.
„Raad eens hoe vaak ik een wolf heb gezien?” vraagt Haasche zijn jeugdige gevolg, wanneer ze vanuit het dorp het zandpad inslaan, het territorium betredend van een van de zes roedels die zich in de Lausitz hebben gevestigd. „Zeven keer”, geeft hij gelijk het antwoord. Voor de goede orde: Haasche houdt zich bezig met wolven sinds de eerste in 1996 in Duitsland werd gesignaleerd.
„Wolven zijn schuchter en mijden mensen zo veel mogelijk”, voegt hij eraan toe. De meisjes moeten het doen met speurzoeken. Maar Haasche is goed voorbereid, met in zijn rugzak een meetlat om de pootafdrukken te meten, en verschillende bakjes met uitwerpselen en haarballen, en in zijn hand een telescoop. Je weet maar nooit.
„Waarom zijn er bij ons in Elstra geen wolven?” wil een meisje weten. Het is tenslotte maar 50 kilometer verderop. Natuurpedagoog Haasche: „Het is bij jullie dichter bevolkt en er is bij jullie vooral akkerbouw. De wolf kan er zich niet terugtrekken in een bosrijke omgeving, zoals hier. Maar er zijn ook geen reeën, wildzwijnen en damherten zoals hier. Dat zijn z’n belangrijkste prooidieren. Maar kleine knaagdieren of vogels eet hij ook. Een wolf eet wel 4 kilo vlees per dag.”
Wat verderop heeft een herder zojuist zijn kudde schapen met stroomdraad omheind. De streek met zijn vele bosweiden is goed geschikt voor schapenhouderij. Tot geluk van de wolf, die zoals bekend ook schapen niet versmaadt. Frank Hermann is een van de ongeveer tien schaapherders in de regio. In het hoogseizoen heeft hij er ongeveer 200 buiten lopen. Nu, in de lammetjestijd, staan er echter nog veel op stal.
Hermann zegt dat het stroomdraad de schapen bijeenhoudt, maar de wolven niet afschrikt. Dat moest hij in 2002 ervaren toen wolven na twee nachtelijke bezoeken 33 schapen afslachten. Wolfspecialisten van over de hele wereld trokken naar de Lausitz, maar voor Neumann was het een grote strop, alhoewel de deelstaat hem de schade uiteindelijk vergoedde.
Sinds 2004 heeft hij daarom op aanraden van een Zwitserse collega Pyreneese berghonden opgenomen in de kudde. Hij heeft er zes, vandaag zijn er twee buiten. „Ze worden in de kudde geboren en beschouwen daarom de schapen als lid van hun roedel. Zij beschermen ze dan tegen wolven, maar ze zijn niet aan mensen gewend, het zijn geen herdershonden. Uit de buurt blijven dus.”
Neumann is met zijn berghonden inmiddels een aanlooppunt geworden voor schaapherders uit het westen. Maar ook voor biologen in opleiding en voor ambtenaren die zich met wolfsbeleid bezighouden. Want dat de wolf zijn leefgebied richting westen uitbreidt, daarover bestaat geen twijfel. In Nedersaksen, dat aan Nederland grenst, is inmiddels de eerste wolf gezien.
Schaapsherder Hermann heeft de wolf inmiddels geaccepteerd. „Hij helpt om het wildbestand in bedwang te houden. En die een, twee schapen die hij per jaar nog grijpt, daarmee kan ik leven.” Maar zijn ze nou gevaarlijk? „Niet meer sinds de hondsdolheid is uitgeroeid”, meent Haasche, „mensen staan niet op zijn menukaart. Reeën die plotseling de straat oversteken zijn gevaarlijker. En wilde zwijnen, maar daar leert iedereen hoe hij zich moet gedragen.”
Haasche neemt de meisjes weer mee op sleeptouw. Ze gaan het gevecht tussen wolf en hert nabootsen met behulp van een paar dode takken. En dan zijn de meisjes toch ontsteld van een echt spoor. Heuse wolvenpoep, herkenbaar aan de stukjes bot van hazen en veldmuizen. De wolf is toch geen sprookjesdier.
Wolfsregio Saksen
Duitsland was bijna een eeuw ‘wolfsvrij’. De laatste werd in 1904 afgeschoten, toevallig ook in de Lausitz. In Nederland werd de laatste wolf in 1897 gezien. In de DDR werden wolven die de Oder-Neissegrens durfden over te steken ook afgeschoten.
Het eerste wolfspaar vestigde zich in 2000 in de Lausitz. Tien jaar later zijn het er zes, plus een paar zonder welpen. Het geschatte aantal wolven ligt tussen de 25 en de 50, maar begin mei is de werptijd, het aantal kan dus inmiddels hoger liggen.
Het territorium van een wolfsroedel strekt zich uit van 150 tot 350 vierkante kilometer, afhankelijk van het aantal prooidieren. Het Duitse ministerie van Natuurbescherming rekende uit dat er in heel Duitsland theoretisch plaats zou zijn voor 400 wolfsroedels.
De Duitse deelstaat Saksen heeft een wolfsmanagementplan opgesteld en een speciaal wolfsbureau ingericht. Dat brengt publicaties uit, ondersteunt wolfsbiologen, verzamelt informatie en verzorgt de coördinatie tussen alle belanghebbenden: burgers, boswachters, jagers en veehouders. Belangrijk is de voorlichting aan de bevolking, bijvoorbeeld door excursies en lezingen.