Kerk & religie

Niet uit het hoofd, maar voorgestoofd

Een conferentie voor ambtsdragers, jaren geleden, ging over de prediking. In de lunchpauze werd een schriftelijke vraag aangereikt, die luidde: „Moet het niet als een verarming worden gezien dat veel preken vandaag het karakter van getuigende en overtuigende verkondiging missen en meer lijken op de voorlezing van een notariële akte, terwijl gebeden door veel predikanten vooraf op papier zijn gezet en door dunne oogspleetjes worden voorgelezen?”

D. Koole
27 May 2010 16:01Gewijzigd op 14 November 2020 10:42
Voorbedachte gebeden geven soms blijk van zorgvuldigheid. Foto RD
Voorbedachte gebeden geven soms blijk van zorgvuldigheid. Foto RD

Een voorbedacht gebed op papier was vroeger een zeldzaamheid. Sommige predikanten van gereformeerde origine beschikten over wat wel „gebedsgaven” werden genoemd. Wat een predikant op dit punt „in huis” had, vormde in de beoordeling van zijn geschiktheid voor eventuele beroeping een niet onbelangrijke factor. Toen jaren geleden de gemeente waartoe ik behoor vacant was en we ter vervulling van de vacature over een beoogde kandidaat-predikant een informeel gesprek met een van zijn kerkenraadsleden hadden, merkte deze op: „Zijn preken zijn over het algemeen niet sterk, maar hij heeft geweldige gebedsgaven.” Daaronder werd dan verstaan het vermogen om met monumentale woorden, vloeiend en indringend, een gebed uit te spreken. Kon men dat niet, dan gold die verbale onbeholpenheid bij veel mensen als bewijs van geestelijke armoede.

Vorm en inhoud van het gebed bevatten vroeger voor veel kerkgangers al een indicatie voor de kwaliteit van de preek. In veel gebeden zat zelfs al een korte samenvatting van de preek. Het gebed werd weliswaar tegenover de Heere God uitgesproken, maar in werkelijkheid waren de woorden aan de luisterende en meebiddende gemeente geadresseerd.

Zelfs de lengte van de gebeden vormde een beoordelingcriterium. In korte gebeden werd ook gauw een symptoom van geestelijke armoede gezien. „Kort van duur, met weinig vuur, niet uit het hoofd maar voorgestoofd”, zo werd en wordt ook nu nog wel over gebeden geoordeeld die van papier worden uitgesproken.

Onterecht. Waarde en betekenis van het gebed worden allereerst bepaald door de intentie van degene die in de samenkomst de lof, de aanbidding, de schuldbelijdenis en de verlangens van de gemeente verwoordt. Bepalend is dat het gebed, voorbedacht of spontaan uit het hart opkomend, gekenmerkt wordt door afstandelijke eerbied, gepaste vrijmoedigheid en door het besef bij de voorganger dat hij van de gemeente uit naar God toe de mond mag zijn waardoor kleine en nietige mensen aan de God van hemel en aarde kenbaar maken wat in hun hart leeft.

Voorbedachte gebeden kunnen formalistisch zijn, zonder geest en ziel. Maar ze geven soms ook blijk van de zorgvuldigheid waarmee de nadering tot God in de samenkomst van de gemeente omgeven dient te zijn. Geen omhaal van woorden, was het consigne van de Heere Jezus. En in een Joodse spreuk heet het dat God niet luistert naar gebeden die met verheffing van stem worden uitgesproken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer