„Wílt u geen christelijke premier?”
„U hoopt toch allen op een christelijke premier, of niet?” voegt Balkenende via de debatleider de zaal toe. Het is een kwinkslag, maar met een serieuze ondertoon.
Het is ergens halverwege het ND-debat tussen de drie christelijke lijsttrekkers, als CDA-leider Balkenende zich vergist. „Voorzitter…” spreekt hij debatleider André Zwartbol aan. Die reageert alert: „Als u straks in de Tweede Kamer zit, kunt u dit woord weer vaak genoeg uitspreken.”Balkenende, die ooit liet merken in het Kamerlidmaatschap weinig zin te hebben, kaatst de bal handig terug: „Wat zegt u nu? Wílt u geen christelijke premier dan?” De zaal applaudisseert.
Dat dit voor de CDA-leider méér is dan een grapje, blijkt even later. Iemand stelt de vraag of ook Rutte geen goede christelijk premier zou zijn. Balkenende wordt fel: „Dat vind ik een desastreuze opmerking. Ik sta in de christelijke traditie en kom uit voor mijn geloof. In 2001 maakte ik de begrafenis van Biesheuvel mee. Een dominee vroeg toen: Was dit misschien de laatste protestantse premier van Nederland? Voor mij is het een wonder dat dit niet zo geweest is.”
Op het goed bezochte debat in Amersfoort passeren tal van onderwerpen de revue. Regelmatig richten CU-leider Rouvoet en SGP-voorman Van der Staaij samen hun pijlen op het CDA. Zoals bij Rouvoets voorstel de abortustermijn terug te brengen naar 18 weken. Niet verstandig, vindt Balkenende. Een discussie daarover zou zo maar kunnen leiden tot een versoepeling van de abortuswet.
Een opmerkelijk verschil tussen SGP en ChristenUnie enerzijds en CDA anderzijds komt naar voren als het thema moskeeën en minaretten ter sprake komt. Van der Staaij geeft aan dat zijn partij „staat voor de rechtsstaat” en dat de in Nederland geldende vrijheden de SGP „veel waard” zijn. Maar dat sluit toch niet uit, aldus de politicus, dat een overheid kritisch moet zijn over steeds maar meer minaretten, „een uiting van een godsdienst die zich superieur waant?” Daarbij komt: „Is het raar als je als christenpoliticus hartzeer ervaart als je het aantal moskeeën ziet groeien en het aantal kerken afnemen?”
Balkenende vindt dat niet raar, maar geeft toch nadrukkelijk aan: „Hartzeer heb ik er niet over. Wél wanneer moslims hun religie misbruiken om de rechtsstaat onderuit te halen.” Als de debatleider verder wil, springt Rouvoet in: „Bent niet geïnteresseerd in míjn hartzeer?” Het wezen van tolerantie is dat die altijd pijn doet, betoogt de CU-leider.
Geen enkel verkiezingsdebat kan momenteel zonder het onderwerp hypotheekrenteaftrek. Merkwaardig vindt Rouvoet het dat Balkenende onlangs de handhaving van die aftrek tot breekpunt verklaarde. Als dat al een breekpunt is, dan moet bescherming van de vrijheid van onderwijs dat toch zeker ook zijn? Van der Staaij doet er plagerig nog een schepje bovenop: „Toe, één materieel en één immaterieel breekpunt, dat is toch prachtig?” De CDA-leider geeft niet toe. „Eentje is genoeg.”
Balkenende zou Balkenende niet zijn als hij voor déze zaal niet met klem zou waarschuwen voor een nieuwe paarse coalitie. „Wilt u die voorkomen? Stem dan CDA.”
Dat is voor Rouvoet het moment aan de andere kant te gaan hangen. Hij ziet paars er niet zomaar van komen. „Nu het economisch tegenzit, lukt het PvdA en VVD nooit om tot elkaar te komen.” Maar hoe Rutte af te houden van een keus voor paars III? Van der Staaij heeft een suggestie. „Ik wil hem erop wijzen dat de VVD altijd de partij van de vrijheid is geweest. Die vrijheid dreigt nu, door een paarse geest, opgeslokt te worden door het gelijkheidsdenken. Dat zou hij niet moeten willen.”