„Kamer mijdt Fortuyn-debat”
„Ik ben niet een beetje boos, ik ben gewoon heel erg kwaad.” LPF-kamerlid Joost Eerdmans vindt dat zijn fractie een streek is geleverd. Dinsdag besloot de Tweede Kamer het debat over de beveiliging van Pim Fortuyn veertien dagen uit te stellen. „Let maar op, het wordt straks opnieuw doorgeschoven.”
Eerdmans was al een tijdlang bezig zich voor te bereiden op het debat met het huidige -demissionaire- kabinet over het rapport van de commissie-Van den Haak. Die commissie onderzocht vorig jaar of Pim Fortuyn had moeten worden beveiligd. Het antwoord was duidelijk ”ja”. De toenmalige BVD (nu AIVD) bleek te hebben gefaald, ook al zou de moord volgens de commissie niet te voorkomen zijn geweest.
De kritiek van de LPF-fractie op de conclusies van de commissie-Van den Haak is niet mals. „Het begint er al mee”, zegt Eerdmans, „dat de moord op Pim wel had kunnen worden voorkomen. Dat heeft Volkert van der G. tijdens het proces zelf aangegeven. Natuurlijk kan geen enkele veiligheidsdienst garanderen dat ze een moord op een politicus kan verhinderen. Maar juist deze moord had wel voorkomen kunnen worden. Dat weten we nu zelf van de dader. Als Fortuyn begeleid was geweest door bewakers, zou Volkert van der G. van de moord hebben afgezien.”
Waar de LPF ook grote moeite mee heeft, is de opstelling van minister Remkes van Binnenlandse Zaken. Eigenlijk vond hij dat de BVD niet had gefaald, al mocht hij dat van Balkenende niet meer hardop zeggen. „Ook beriep hij zich erop dat alleen bijzondere personen recht hadden op beveiliging. Alsof Pim geen bijzonder persoon was.”
Wat de LPF minstens zo dwars zit, is dat de BVD nooit serieus onderzoek heeft gedaan naar de extreem linkse kringen waarvan Volkert van der G. deel uitmaakte. Zo was het incident in perscentrum Nieuwspoort, waarbij Fortuyn met een drietal taarten werd bekogeld, geen aanleiding voor de veiligheidsdienst om de politieke achtergronden van de daders na te trekken. Had de BVD dat wel gedaan, dan zou volgens Eerdmans aan het licht zijn gekomen hoe binnen het radicale actiewezen een ongekende hetze tegen Fortuyn aan het ontstaan was. „Als dat signaal helder was doorgekomen, zou Fortuyn onmiddellijk zijn beveiligd”, is de vaste overtuiging van de LPF’er.
Zo heeft Eerdmans nog een waslijst aan kritiekpunten en vragen. Hij had ze morgen tijdens het debat met de regering stuk voor stuk aan de orde willen stellen, maar dinsdag kreeg hij tot zijn verbijstering te horen dat de Tweede Kamer minstens twee weken uitstel wil. Als argument wordt gebruikt dat het zuiverder is om het debat nu niet te houden vanwege het strafproces dat nog gaande is.
Eerdmans zegt daar helemaal niets van te begrijpen. „De Kamer heeft in december al een eerste debatronde gehouden over deze kwestie. Toen vond niemand het een bezwaar dat het strafproces nog liep. De vergadering van donderdag is gepland op een moment dat het tijdstip van het proces bekend was. Maar ook toen heb ik niemand gehoord. Bovendien zal er zeker hoger beroep volgen. Het proces is dus nog lang niet ten einde. Waarom zouden we dan over veertien dagen wel kunnen debatteren?”
Hij kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de kamer het debat bewust mijdt. „Is het de bedoeling het debat over veertien dagen weer uit te stellen en het door te schuiven naar het nieuwe kabinet, zodat minister Remkes uit de wind kan worden gehouden? Of roept een debat nu te veel emoties op vanwege het proces en wil de Kamer het debat naar de luwte verplaatsen? Ik kijk er niet achter.”
Wat hem vooral steekt, is de miskenning van het belang dat zijn fractie hecht aan deze zaak. „Er dient uitsluitsel te komen over het raadsel waarom Fortuyn geen beveiliging kreeg. Niet alleen onze fractie maar ook onze achterban is hier sterk mee bezig. Het gaat voor ons om een fundamentele kwestie. Stel dat die moord was voorkomen, dan hadden we nu waarschijnlijk een fractie van 45 man gehad en zou onze leider minister-president van Nederland zijn geweest. Is het dan gek dat wij deze kwestie zo snel mogelijk op de agenda willen hebben?”