Kernpunten uit het bezuinigingsplan
CDA en PvdA willen een recordbedrag van 20 miljard euro bezuinigen. Daarvan is 14,5 miljard bestemd om het financieringstekort terug te dringen, en ruim 5 miljard om nieuwe investeringen te kunnen doen in onderwijs, zorg en veiligheid.
De twee partijen houden hun bezuinigingspakket liefst nog geheim, omdat ze de veelal pijnlijke maatregelen in één keer samen met de extra uitgaven willen presenteren. Maar een aantal zaken is inmiddels bekend of uitgelekt:
De lonen in de collectieve sector en ook de uitkeringen stijgen de komende vier jaar slechts met de inflatie (1,5 procent). CDA en PvdA hopen dat ook de loonstijging in de marktsector tot dat niveau beperkt blijft. Opbrengst: 4,5 miljard euro.
Er wordt fors gesnoeid in de bureaucratie bij de rijksoverheid (circa 1 miljard). Ook de provincies en gemeenten zullen moeten bezuinigen.
De voorgenomen afschaffing van de onroerendezaakbelasting gaat niet door. Opbrengst 2 miljard.
Het spaarloon verdwijnt (600 miljoen). Daarvoor in de plaats komt een regeling waarmee werknemers kunnen sparen voor verlof.
Het kwartje van Kok wordt niet teruggegeven aan de automobilist, maar gestort in een fonds om de aanleg van wegen en spoorlijnen te bekostigen (500 miljoen).
De accijnzen op alcohol en tabak gaan met respectievelijk 100 en 360 miljoen omhoog. Een pakje sigaretten wordt daardoor 30 eurocent duurder.
Er wordt 3,5 miljard euro vrijgemaakt voor het behoud van Melkertbanen, voor onderwijs, aankoop van natuurgebieden, veiligheid en ouderenbeleid.
Er is 2,5 miljard euro nodig om tekorten door een grotere zorgvraag te dichten.
Voor bepaalde hoogopgeleide beroepsgroepen, zoals accountants, komt er een soort academicibelasting: zij moeten hun studieschuld terugbetalen naar rato van hun inkomen.
De vennootschapsbelasting wordt verlaagd met circa 500 miljoen euro.