Somalische ‘zeerovers’ ontkennen piraterij
ROTTERDAM (ANP) – Drie van de vijf Somalische verdachten van zeeroof die deze week in Rotterdam terechtstaan, zijn teruggekomen op hun verklaringen dat ze een schip wilden kapen. Het vijftal werd op 2 januari 2009 aangehouden in de Golf van Aden nadat het het Antilliaanse schip Samanyolu zou hebben willen kapen.
Op het Deense marineschip waar de verdachten werden vastgehouden voordat ze aan Nederland werden overgedragen, verklaarden ze dat ze inderdaad een schip wilden aanvallen om zo geld te verdienen. Ook later in Nederland hebben ze dergelijke dingen gezegd tegen de politie en bij de onderzoeksrechter.
De 25-jarige Farah Y. beet dinsdag het spits af met de verklaring dat deze uitspraken niet waar zijn. Ze zouden met z’n vijven in het bootje zijn gestapt om te gaan vissen. Na diverse keren motorpech te hebben gehad en toen ze geen eten en drinken meer hadden, zouden ze de kapersplannen hebben laten varen. Toen ze de Samanyolu zagen, wilden ze slechts vragen hen te helpen.
Twee verdachten bleven erbij dat de vijf aanvankelijk een schip wilden ‘lastigvallen’ of ‘kidnappen’, maar dat ze daar later van hebben afgezien. De rechters gaven aan dat ze de ommezwaai in de verklaringen moeilijk te geloven vonden.
Volgens het Openbaar Ministerie (OM) hebben de Somaliers zich schuldig gemaakt aan een voltooide zeeroof, omdat ze aan boord van een ‘piratenboot’ –een snelle kleine skiff– zijn gegaan met de intentie een schip te kapen. Dat die actie uiteindelijk niet is gelukt, doet daar niet aan af. Dat gegeven is alleen belangrijk voor de hoogte van de eventueel op te leggen straf.
De rechtbank gaat woensdag verder met het proces. Van drie verdachten moeten de persoonlijke omstandigheden nog besproken worden en het OM gaat de strafeisen formuleren en onderbouwen.