„Ernstig zijn is nog geen bekering”
Als God een zondaar in het hart grijpt, gaat het werk van God door en leert de zondaar ook Christus kennen. Dat zei ds. C. M. Buijs, maandag tijdens een zendingsmiddag in Wijk en Aalburg georganiseerd door het regionaal zendingscomité Land van Heusden en Altena.
De bijeenkomst, die ongeveer 350 mensen trok, vond plaats in het kerkgebouw van de hersteld hervormde gemeente van Wijk bij Heusden. Ds. Buijs, predikant van deze gemeente, sprak over de bekering van Lydia in Handelingen 16. Voor haar bekering was ze wel een ernstige en een „toegekeerde” vrouw, maar ze was niet verzoend met God. Pas door de woorden van Paulus ging haar hart open.Het is volgens ds. Buijs belangrijk om onderscheid te blijven maken tussen de algemene werkingen van de Heilige Geest en de zaligmakende werkingen. „Ernst en Bijbelstudie betekenen niet vanzelfsprekend bekering.”
Hij benadrukte dat het werk van God doorgaat als Hij een zondaar in het hart grijpt. Het gebeurt volgens hem nogal eens dat mensen zondaar worden voor God en geestelijk niet verder komen. Als ze sterven, zijn ze wel in de hemel, zo is de vrij algemene gedachte. Ds. Buijs: „Het is nodig om met twee woorden te spreken. Er is onderscheid in de ontdekking aan de zonde en het met Christus verenigd worden. Als iemand zondaar voor God wordt, dan gaat het werk van God door en maakt Hij ook plaats voor Christus. Dat is de leer van de Reformatie, de Nadere Reformatie en de puriteinen.”
De predikant uit Wijk en Aalburg vroeg zich af wat de oorzaak kan zijn van het niet leren kennen van Christus. Hij noemde hoogmoed, gemoedelijkheid en beschouwelijkheid. „Bij hoogmoed gaat het erom dat de aan zijn zonden ontdekte zondaar meent dat hij of zij een hoogbekeerd mens is en geen arme zondaar is die God nodig heeft.”
Ds. K. Veldman ging verder op het thema hoogmoed in. Tijdens zijn toespraak zei de hersteld hervormde emeritus predikant uit Alblasserdam dat „rechts Nederland te vroom is om bekeerd te worden. Er wordt weinig beleefd van de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze. Tegenwoordig gaat het meer om de rechtvaardiging van de vrome. We moeten zondaar worden. Ik wens dat u nooit een andere waardering krijgt dan „onrein”, opdat Christus zal zeggen: „rein.” Wie van een optelgeloof houdt, komt hier niet aan toe, wel wie van een aftrekgeloof houdt.”
Hij wenste zijn hoorders toe dat ze God zouden laten zien wie ze in werkelijkheid waren, namelijk arme zondaars, ook al zou het niet meevallen om dat te doen. „Zalig als je niet meer hoeft te zijn dan een onreine en als je als een goddeloze aan de borst van de Heere Jezus mag rusten.”
Ds. A. J. Britstra, predikant van de hersteld hervormde gemeente van Doornspijk/Nunspeet, sprak naar aanleiding van Efeze 1:13 en 14 over de verzegeling met de Heilige Geest. Hij zei dat Gods volk verlangt om heilig voor God te leven. Het wil uit liefde wandelen naar Gods wet. „Dat brengt tot een teer afhankelijk leven. Hoe meer je uit Christus ontvangt, hoe kleiner je zelf bent. Hoe meer je jezelf verfoeit, hoe groter Hij is.”
De predikant waarschuwde dat een kind van God niet moet vergeten wat er gebeurd is. Tegelijkertijd moet hij of zij zijn houvast niet zoeken in het gebeurde, maar in de Persoon van Christus. „Het is nodig om door de leiding van de Heilige Geest dieper in de Zaligmaker te worden verankerd om te zien dat je naam geschreven staat in de doorboorde handen van Christus. De Geest leert dat je Christus nooit ontgroeit. Hij blijft altijd het middelpunt”, aldus ds. Britstra.