Kerk & religie

Belijdenis als waterput op de pelgrimsweg

In hervormd-gereformeerde kring verschijnen deze week twee boeken die aandacht vragen voor het belijden van de kerk. Ze werden dinsdag in centrum Hydepark gepresenteerd.

Kerkredactie
2 April 2003 10:19Gewijzigd op 14 November 2020 00:14

Van de hand van dr. ir. J. van der Graaf verschijnt deze week ”De Nederlandse Hervormde Kerk. Belijdend onderweg”, een systematische beschrijving van hervormd kerkelijk leven na de aanvaarding van de kerkorde in 1951 tot het jaar 2001. In het overzichtswerk heeft hij veel bronnen en literatuur verwerkt, zoals de handelingen van de hervormde synode en kleinere geschriften die min of meer in de vergetelheid zijn geraakt.

Van der Graaf hield dinsdag een korte rede voordat hij het boek overhandigde aan de voorzitter van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, ds. G. D. Kamphuis. „Uit dit boek wordt duidelijk hoe het apostolaat een dermate zwaar gewicht kreeg dat het belijden er op den duur door werd overschaduwd of liever op een zodanige wijze door werd bepaald, dat er sterke polarisatie ontstond tussen wat ik kortheidshalve aanduid met de woorden verticaal en horizontaal”, aldus de voormalige algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond.

Hij beschrijft verder hoe het apostolaat in de hervormde kerk op zijn zelfgekozen weg zware averij opliep, hoe het SoW-proces het kerkelijk leven ging domineren en hoe moeilijke discussies om de grondslag van de verenigde kerk werden gevoerd. Van der Graaf heeft ervoor gekozen de periode na 1981 als een apart geheel te zien. In dat jaar werden de voorbereidingen getroffen voor een onomkeerbaar eenwordingsproces van de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken, waarbij zich later ook de Evangelisch Lutherse Kerk voegde.

Ds. Kamphuis complimenteerde Van der Graaf met zijn boek over de Hervormde Kerk. „Het geeft een dwarsdoorsnede van de belijdende thema’s waarmee de kerk zich in de laatste vijf decennia heeft beziggehouden. U was er zelf ook zeer bij betrokken in deze jaren en u hebt dit boek met gloed en liefde geschreven. Het geeft een helder overzicht van vijftig jaren geschiedenis van de kerk in ons land.”

Met dit boek is een trits voltooid. Eerder beschreef Van der Graaf onder de titel ”Delen of helen?” in twee delen de geschiedenis van de Gereformeerde Bond. Het laatste deel daarvan werd december vorig jaar aan de hervormde synodepreses aangeboden.

Van der Graaf onderstreepte dinsdag dat ook dit derde deel over de Hervormde Kerk geen ’bondsboek’, maar een hervormd boek is. „Het is goed dat hervormde gereformeerden zich blijvend realiseren geen ecclesiola in ecclesia (kerkje in de kerk, red.) te (mogen) vormen, ook in de toekomst niet. Daarom is het dunkt mij goed dat dit boek vandaag wordt aangeboden aan de voorzitter van de Gereformeerde Bond, terwijl ”Delen of helen?” werd aangeboden aan de synodepreses; dit laatste om de kerk te herinneren aan de vitale en kerk-betrokken plaats, die de hervormd-gereformeerden als ’gewoon hervormden’ innamen en ook vandaag innemen.”

Al even kloek was het tweede boek dat dinsdag gereed kwam: ”Belijden met hoofd en hart. Gereformeerd leven tussen dinsdag en morgen”, onder redactie van Van der Graaf, een 600 pagina’s tellend werk waarin zes scribenten de positie van het gereformeerd belijden duidelijk maken op evenzoveel terreinen van het leven. Dr. C. A. van der Sluijs bijt het spits af met een artikel over het onopgeefbare in de reformatorische traditie. In het tweede artikel, geschreven door drs. C. Blenk, komen de vragen van zending en de verhouding tot Israël aan de orde. Prof. dr. W. Verboom, hoogleraar in Leiden, gaat in op de gereformeerde kerkleer en noemt de kerk, weliswaar een „zieke moeder”, het „grootste wonder dat er bestaat.” Ds. R. H. Kieskamp, lid van het hoofdbestuur van de Bond, schetst de contouren van een gereformeerde spiritualiteit. Hij grenst deze af tegen onbijbelse mystieke bewegingen en hedendaagse moderne ervaringen, ondertussen het bevindelijk karakter van het geloof onderstrepend. Oud-zendings- en oud-legerpredikant ds. J. J. Tigchelaar belicht de christelijke ethiek, behandelt de drie belijdenisgeschriften als bronnen voor gereformeerde ethiek, gaat in op de visie van Calvijn en geeft een invulling van de ethiek aan de hand van de decaloog. Het laatste hoofdstuk, van de hand van de Leidse universitair docent dr. G. van den Brink, schetst een gereformeerde theologie van de hoop. Van den Brink stelt de vraag aan de orde of er nog hoop is voor de westerse beschaving, en gaat dieper in op de kenmerken van de moderniteit en de postmoderniteit.

Behalve Van der Graaf hield dinsdag ook ds. G. D. Kamphuis een causerie, waarin hij de belijdenis naar voren bracht als waterputten op de pelgrimsweg van de kerk. „Onderweg put de kerk uit de bron die haar is aangereikt. Enige bron en norm voor verkondiging, dienst en leven vormt de Heilige Schrift”, zei de predikant uit Amstelveen. „Juist deze heldere en zuivere bron van levend water reikt ons zo veel aan dat er steeds weer putten nodig zijn om dit water op te kunnen vangen, te kunnen bewaren én te kunnen verbreiden.” Ds. Kamphuis herinnerde eraan hoe het belijden in de nood is geboren, „op de meest hachelijke knooppunten van de kerkgeschiedenis. In die fases moest de kerk duidelijk maken waar het verschil lag tussen waarheid en leugen. Ze werd gedwongen getuigenis te geven van de hoop die in haar was. Vandaar deze waterputten. Al te gemakkelijk dreigt in het kerkelijk leven echter het gevaar dat de putten dichtslibben.”

De verbindende schakel tussen de beide boeken ligt in het woord belijden, benadrukte ds. Kamphuis. „Met deze verbindende schakel wordt de slagader van het kerkelijk leven aangegeven. Gods kerk is onderweg en ze belijdt met hoofd en hart.” De voorzitter van de Bond wees op de bedoeling van de boeken, „de waarde van het belijden in de huidige context te laten zien. Want iedere theologie die de relatie met haar tijd heeft verloren, is vruchteloos geworden. Deze boeken willen ons uitdagen de belijdenis van de kerk der eeuwen niet te relativeren, maar de putten werkelijk open te laten zijn. Ze willen ons uitdagen de belijdenis niet te marginaliseren, maar „het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is” te herontdekken.”

Uitgever Kok kreeg hulde voor de fraaie uitvoering van de publicaties, beide gebonden en in een originele omslag. „De letters lopen tot aan de randen, gaan er bijna overheen”, lichtte Van der Graaf toe. „Daarachter zit de gedachte dat de thema’s eigenlijk te omvangrijk zijn om ze binnen de wanden van één boek te vatten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer