Groen & duurzaamheid

Koningin der vennen bloeit weer

Wat tien jaar geleden een ecologische woestijn was, krioelt nu van de „spectaculaire soorten.” En de koningin der vennen is terug. Een Brabants succes voor Natuurmonumenten.

21 May 2010 21:19Gewijzigd op 14 November 2020 10:39
Foto Natuurmonumenten
Foto Natuurmonumenten

Is natuur maakbaar, vraagt ecoloog Peter Voorn zich af. Wandelend door Plan Lobelia, onderdeel van Landgoed Huis ter Heide ten noordwesten van Tilburg, zou je bijna denken van wel.

Waar voorheen boeren hun mais verbouwden en koeien graasden, groeit nu het zeldzame vetblad en zwemmen kamsalamanders. Natuur­monumenten transformeerde het 300 hectare grote terrein, van oudsher bekend als de Loonse Heide, in achttien jaar tijd tot een uitgestrekt vennengebied met een ongekende soortenrijkdom.

Een viertal buizerds cirkelt hoog in de lucht. Schotse hooglanders zoeken verkoeling in het water. Kikkers kwaken tussen de witte waterranonkel. Een dodaars, de kleinste onder de futen, stuurt zijn twee jongen door het ven. De natuur bruist en geeft rust tegelijk. De hectiek van de stad –het gebied ligt ingeklemd tussen Waalwijk en Tilburg– lijkt kilometers weg.

Toch, zegt Voorn, kan zo’n natuurherstelproject alleen slagen als er nog iets van de oorspronkelijke natuur aan­wezig is. „Je kunt nog zulke mooie randvoorwaarden scheppen, maar als er geen natuur is, komt het er ook niet.”

Dan kan het niet anders of het gebied moet –ondanks jarenlange intensieve landbouw– nog restjes ‘echte’ natuur hebben bevat. Want honderd jaar nadat door grootschalige ontginning de natte heide en vennen verloren gingen, levert Natuurmonumenten deze maand een gebied op waar zelfs een ecoloog als Voorn soorten tegenkomt die hij niet eerder in Nederland zag.

De vennen en de natte heide terugbrengen. Met dat doel zette Natuurmonumenten in 1992 de eerste spade in de grond. Het Leikeven, een van de twee nog overgebleven vennen, werd als eerste uitgebaggerd. Lex Querelle, beheerder van het gebied: „De vennen waren dood, nadat de intensieve landbouw er jarenlang op had uitgewaterd. Volledig dichtgegroeid.”

Intussen kwam steeds meer grond rondom het Leikeven, verpacht aan kleine gemengde boerenbedrijven, weer in handen van eigenaar Natuurmonumenten. Veel boeren zaten zonder opvolger. Anderen konden elders aan de slag. Het bood de vereniging de kans het héle gebied in de oorspronkelijke staat herstellen.

Na het Leikeven zijn ook de omliggende landbouwgronden ontgraven. De rijk bemeste bovenlaag is verwijderd en er zijn 25 nieuwe vennen aan­gelegd. Een forse logistieke klus, waarbij 50.000 kubieke meter slib en 850.000 kubieke meter zand werden afgegraven.

Wie nu door het gebied wandelt, kan nauwelijks bevroeden dat het hier gaat om ‘nieuwe’ natuur. Slechts de nog kale oevers van de recent gegraven vennen verraden iets van het menselijk ingrijpen.

In de vennen lééft het weer. Erboven ook. Libellen scheren over het wateroppervlak. De insecten trekken boomvalken aan, zegt Querelle. „Die jagen als ware luchtacrobaten op de libellen. Ze pakken ze met hun klauwen uit de lucht en ver­orberen hun vangst al vliegend.”

Een juichkreet klinkt als ecoloog Voorn een exemplaar van het vetblad ontdekt. In bloei, nota bene! „Ik zag het plantje alleen nog maar in de Pyreneeën”, zegt hij verrukt. „Houd het plekje alsjeblieft geheim”, drukt hij het journaille op het hart.

Jarenlang werd het vleesetende vetblad als uitgestorven beschouwd in Brabant. Plan Lobelia is de enige plek in de provincie waar het uiterst zeldzame plantje weer groeit. Querelle: „Als zó’n plantje hier kan groeien, geeft dat aan dat je natuurlijke systeem goed is.”

De waterlobelia, de plant waar het project zijn naam aan dankt, is nog zo’n succes­voorbeeld. „Voor 1950 was het Lei­keven de rijkste bloeiplaats van de waterlobelia in Nederland; na 1980 waren er nog maar twee plekken elders in Brabant waar de lobelia groeide.” Het afgelopen jaar telde Querelle meer dan 180 bloeiende exemplaren van de „koningin der vennen.”

Niet alleen vetblad en water­lobelia gedijen in het vennen­gebied. Tal van soorten die in Nederland op de Rode Lijst staan, zijn er inmiddels aangetroffen. Oeverkruid, moerashertshooi, kleine zonnedauw. En vogels als de roodborsttapuit, de blauwborst en de nachtzwaluw. Voorn: „Er zijn hier –nu al– soorten terug­gekomen waarvan we vooraf niet hadden durven dromen dat we ze zouden aantreffen.”

En dat terwijl het gebied na achttien jaar noeste arbeid nu pas tot volle wasdom gaat komen. „Ik vergelijk het met een kikkervisje: het begin is er. En dat belooft veel.”


Aaneengesloten natuur

Plan Lobelia is een van de eerste projecten uit de Ecologische hoofdStructuur (EHS), een netwerk van aaneen­gesloten natuurgebieden in Nederland. Het gebied is onderdeel van het 1000 hectare grote Landgoed Huis ter Heide bij Tilburg, vlak bij Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen.

Nu nog doorklieft snelweg A261 de twee natuurgebieden, maar binnen nu en vijf jaar moet een ecoduct de terreinen aan elkaar knopen. Natuurmonumenten werkt daarnaast aan verbinding met het Loonse Land, de Kraanvense Wissel en De Brand. Zo moet een van de grootste natuurgebieden in Brabant ontstaan.

Plan Lobelia gaat op 30 mei officieel open voor het publiek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer