De Waarheidsvriend / De Saambinder
Pinksteren en de kerk horen bij elkaar, schrijft de Huizense predikant ds. M. A. Kuijt in De Waarheidsvriend, een wekelijkse uitgave van de Gereformeerde Bond.
Geest en kerk horen bij elkaar. In het laatste bijbelboek lezen we dat de Geest en de bruid roepen: Kom! (Openbaring 22:17a). Let op de volgorde: eerst roept de Geest, daarna de bruid (de kerk). Ook in het Apostolicum wordt eerst gesproken over de Geest: ik geloof in de Heilige Geest. En daarna: ik geloof één heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen. Eerst komt de Geest ter sprake. Dan het werk van de Geest: de kerk.
De kerk sluit het werk van de Geest binnen haar eigen kerkmuren op en realiseert zich te weinig dat de Geest niet van de kerk uitgaat maar alleen van de Vader en van de Zoon. De Geest bindt Zich tenslotte niet aan de kerk maar aan het Woord. Laat daarom de kerk vooral kerk van het Woord zijn, ook in onze dagen. Dan mag zij grote dingen van de Geest verwachten.
Ook wij moeten waken voor vereenzelviging van Geest en kerk. Vereenzelviging leidt tot kerkisme: alleen in onze kerk werkt de Geest. Laten wij anderzijds ook waken voor het uiteenhalen van Geest en kerk. Dan zien we kerk niet meer als kerk van Gods verbond maar als een groep van gelijkgezinden die als wedergeboren christenen –naar eigen zeggen– de Geest hebben ontvangen.
Het is van groot belang dat Woord en Geest bij elkaar gehouden worden wanneer we spreken over de kerk. Wij worden anno 2010 op dezelfde wijze zalig als Adam, namelijk door Geest en Woord. Door het geloof in de (beloofde) Zoon! Denk aan de moederbelofte. Nog steeds is de Zoon bezig Zich een kerk te vergaderen. Dat is Gods keuzekerk. Met wortels in de eeuwigheid in Gods verkiezend welbehagen. We zien in de geschiedenis dat het beekje van de Geest zich met Pinksteren verwijdt tot een bruisende rivier. Pinksteren is een stroomversnelling. Met als gevolg dat de bodem uitgediept wordt. Pinksteren leidt dan ook tot diepgang. Wat niet ten koste gaat van de omvang. De Geest stroomt door een zeer wijde bedding tot aan de einden der aarde. De hele wereld komt in het vizier.
De Saambinder
Tweede pinksterdag is een goede gewoonte, meer niet, stelt dr. C. S. L. Janse in de Saambinder, kerkelijk weekblad van de Gereformeerde Gemeenten.
In de discussie over het eventueel inleveren van de tweede Pinksterdag moeten we wel bedenken dat het houden van een kerkdienst op die dag niet meer is dan een kerkelijke gewoonte. Een goede gewoonte uiteraard, maar daar is het dan ook mee gezegd. De zondagsviering rust op een goddelijke inzetting. De kerkdiensten met Kerst, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag zijn alleen een waardevolle traditie.
Overigens geldt ten aanzien van de gereformeerde gemeenten op Zuid- Beveland dat men daar voorheen en ook nu nog vaak wel, op de tweede feestdagen geen kerkdienst belegt. Dat is geen principiële keuze, maar meer een oude gewoonte, wellicht onder invloed van het afwijzende standpunt van Koelman ten aanzien van de christelijke feestdagen. Ook dat moet ons voorzichtig maken.
Wanneer in ons land onverhoopt de tweede Pinksterdag als algemene vrije dag zou worden afgeschaft, is er uiteraard niets wat ons verhindert om dan ’s avonds kerk te houden. Zo doen we het immers ook sinds jaar en dag op Goede Vrijdag.
Daar heeft de kerk zelf ook toe bijgedragen. In artikel 67 van de DKO worden wel Kerst, Pasen en Pinksteren genoemd als kerkelijke gedenkdagen die „met de navolgende dag” moeten worden onderhouden. Aanbevolen wordt ook om de Hemelvaartsdag en de dag van Christus’ besnijdenis (die samenvalt men onze nieuwjaarsdag) te houden, maar over Goede Vrijdag wordt gezwegen.
Waarschijnlijk werkten hier bepaalde invloeden door vanuit de Middeleeuwen. Goede Vrijdag stond toen slechts als een halve feestdag op de liturgische kalender. Op die dag was het geoorloofd om te werken. De overheid, die bij de opstelling van de Dordtse Kerkorde een flinke invloed had, wilde daar geen verandering in aanbrengen.