makkeltaart
Dat tradities belangrijk kunnen zijn hoef ik hier niet uit te leggen. Niet in deze krant en al helemaal niet in deze column. Op mijn werk is het een traditie om maandelijks gebak te eten. We vieren dan de verjaardagen van de collega’s die in de achterliggende maand jarig zijn geweest. De baas bestelt en betaalt, wij hoeven alleen te happen.
Er zijn tradities die me minder liggen en dat geldt niet alleen voor mij. Toen dit gebakje eens werd afgeschaft, bleek hoe het altijd gewaardeerd werd. Een niet gegeten gebakje bleek erg zwaar op de maag te kunnen liggen. De traditie werd dan ook snel in ere hersteld. Hoera!
Bij mijn vorige werkgever gold een ander gebruik. Daar zorgde elke vrijdag bij toerbeurt iemand voor gebak, ook als er –behalve dat het vrijdag was– niets te vieren viel. Dat was in de tijd dat sonjabakkeren nog geen werkwoord was. Voorwaarde was dat het gebak zelfgemaakt zou zijn. Zo ontstond er –al kauwend– een uitwisseling van recepten. Aan dit tijdperk heb ik het recept uit deze aflevering overgehouden: makkeltaart, een niet-traditionele appeltaart.
Wat mij in dit recept erg aanspreekt is het feit dat het heel makkelijk te maken is. Schrijven de meeste leveranciers van appeltaartrecepten voor dat het bakblik bekleed moet worden met het deeg: dat hoeft hier niet! Dus geen deegroldebacles, geen aanrecht met de ambiance van een sneeuwlandschap, geen deeg tussen je trouwring (die je wéér vergeten was af te doen).
En toch een heerlijke en in een handomdraai gemaakte appeltaart. Maar dan anders. Dat wel.
Deel niet te enthousiaste stukken, want behalve lekker is-tie ook voedzaam. Machtig lekker dus.
Ingrediënten (springvorm van 28 cm)
l325 g zelfrijzend bakmeel
l325 g bruine basterdsuiker
l150 g havermout
l250 g gesmolten roomboter
l2 zakjes vanillesuiker
l3 el pijnboompitten
l5 grote goudrenetten
lkaneel
Bereiding
Meng in een beslagkom het zelfrijzend bakmeel, de bruine basterdsuiker en de havermout. Gebruik hiervoor een mixer met deeghaken. Giet de gesmolten roomboter hier al roerende bij, zodat er een egaal kruimeldeeg ontstaat.
Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius. Schil en snijd de appels in stukjes. Meng vanillesuiker, kaneel en pijnboompitten erdoor.
Verdeel tweederde deel van het kruimeldeeg over de bodem van de springvorm en druk het licht aan. Leg het appelmengsel erbovenop en laat de randen iets vrij. Dek af met het resterende kruimeldeeg.
Bak de taart een uur in de oven, iets onder het midden. Bestrooi de taart voor het serveren met poedersuiker.