Dat zijn minister Van der Hoeven (Onderwijs) en de vakbonden dinsdag overeengekomen in een principeakkoord voor de nieuwe CAO. De afspraken gelden voor alle medewerkers in het basis- en voortgezet onderwijs, van conciërge tot leerkracht.

Vmbo-scholen krijgen gemiddeld 67.000 euro per school om leraren in een hogere salarisschaal te plaatsen of dat geld te gebruiken voor functiedifferentiatie. Verder is er geld uitgetrokken voor 900 extra ondersteunende banen in het basisonderwijs. De scholen kunnen dat geld ook gebruiken om een Melkertbaan om te zetten in een reguliere baan. In dat geval kunnen ze per omgezette baan nog eens 17.000 euro opstrijken bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Er komt geen toeslag voor leraren op probleemscholen, zoals de werkgevers en de bestuurders in de grote steden graag willen. Volgens Van der Hoeven komt het extra geld wel op de juiste plaats. „De grootste problemen zitten bij het vmbo.”

De bonden moeten de uitkomsten van de CAO nog aan hun achterban voorleggen. G. Stemerding, onderhandelaar namens de Algemene Onderwijsbond (AOb), noemt de nieuwe CAO „verdedigbaar” in het licht van de algehele economische recessie. „De combinatie van salarisverhoging en eindejaarsuitkering maakt dat de CAO-verhoging voor 2003 uitkomt op 2,5 procent, het maximum dat in het sociaal akkoord is afgesproken. Daardoor is de nieuwe CAO geen grote weelde, maar het onderwijs blijft in ieder geval in de pas met andere sectoren op de arbeidsmarkt.”

In de CAO is afgesproken dat voortaan niet alleen de schoolbesturen, maar ook de directies en de medezeggenschapsraad informatie van het ministerie krijgen over de hoogte van het schoolbudget. Stemerding: „Dat schoolbudget is de afgelopen jaren door het ministerie ingevoerd en steeds verhoogd, maar het personeel heeft geen enkel zicht op wat er met die pot geld gebeurt. Veel besturen laten zelfs geld op de plank liggen, terwijl een groot deel van het schoolbudget juist bestemd is voor het personeel. Dat gaat nu veranderen en dat is winst.”

In de CAO, die loopt tot 1 januari 2004, zijn voor medewerkers van basisscholen zowel de primaire als de secundaire arbeidsvoorwaarden opgenomen, maar ze zijn nog niet gedetailleerd uitgewerkt.

Voor het voortgezet onderwijs zijn alleen afspraken gemaakt over de primaire arbeidsvoorwaarden. Over de secundaire arbeidsvoorwaarden moeten de schoolbesturen zelf afspraken maken met de vakbonden.