LRA vermoordt, ontvoert en verminkt in Congo
Het van oorsprong Ugandese Verzetsleger van de Heer (LRA) heeft sinds het begin van het jaar al zeker 96 burgers vermoord in dorpen in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo.
Tientallen andere Congolezen zijn ontvoerd. Dat stelt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een vrijdag uitgegeven verklaring.Onder de doden zijn veel kinderen, vrouwen en Congolezen die te oud waren om voor de LRA–strijders te vluchten. Van veel slachtoffers is de schedel ingeslagen met grote houten stokken. Ook dwingt het LRA Congolezen elkaar te verminken door lippen of oren af te snijden.
Het Ugandese leger slaagde er in 2005 in het LRA uit Noord–Uganda te verdrijven. Sindsdien is de beweging actief in buurlanden, zoals Congo, Sudan en de Centraal–Afrikaanse Republiek.
Het Internationaal Strafhof (ICC), dat sinds 2002 in Den Haag zetelt, vaardigde in 2005 zijn allereerste arrestatiebevelen uit tegen Joseph Kony en andere LRA–kopstukken. Geen van hen is tot nu toe opgepakt. Het LRA zegt de samenleving in te willen richten volgens de tien geboden, die het zelf aan zijn laars lapt. Het is al circa 23 jaar actief en maakte in die tijd veel slachtoffers.
Nederlandse artsen van de hulporganisatie Stichting Interplast Holland vertrekken in juni opnieuw naar Noord–Uganda om verminkte LRA–slachtoffers te helpen met plastische chirurgie. De Interplast–initiatieven worden financieel gesteund door het ICC–Slachtofferfonds. Het Internationaal Strafhof is het eerste internationale hof met zo’n speciaal fonds voor hulp aan slachtoffers van oorlogsmisdaden.