Alleen staatsmanschap kan Thailand redden
Het contrast kon donderdag bijna niet groter zijn. Terwijl in Den Haag vertegenwoordigers van de politieke partijen aan de lippen hingen van CPB-directeur Teulings, om van hem persoonlijk te horen of hun partijprogramma’s financieel en politiek wel deugen, maakten in de Thaise hoofdstad Bangkok militairen een definitief einde aan de protesten van de roodhemden, een volksbeweging die zich keert tegen de zittende regering.
In het ene land is democratie geworden tot politiek spel rond procentpunten, in het andere worden in naam van de democratie barricades opgeworpen en branden gesticht in winkelcentra en kantoorgebouwen. Is in Nederland de parlementaire democratie, functionerend binnen een rechtsstaat –die twee horen immers bij elkaar–, een voldongen feit en wordt die bij alles wat er bestuurlijk gebeurt gewoonweg verondersteld, in Thailand is daarvan nog allesbehalve sprake en moeten een heuse parlementaire democratie en iets van een rechtsstaat nog van de grond komen.Aan democratische pretenties is ook in Thailand geen gebrek. Zo hullen de partijen die momenteel lijnrecht tegenover elkaar staan, de UDD van de roodhemden, en de PAD van de regering, zich beide in een democratisch gewaad en betichten ze elkaar van dictatoriale plannen.
Wellicht dat er op dit punt ook een les ligt voor Nederland, want je kunt wel in formele zin een democratie zijn, maar dat zegt nog niets over de kwaliteit ervan. Die kan ook op subtiele wijze afzakken tot een bedenkelijk niveau zonder dat partijen elkaar op straat bevechten.
Is na de zege van de zittende regering Thailand weer terug bij wat het was: een voor Aziatische begrippen welvarende natie, waar het voor westerse toeristen goed toeven is? Te vrezen is van niet, omdat het er sterk op lijkt dat het optreden van de roodhemden meer was dan een incident, en veeleer de opkomst van een volksbeweging markeert, een beweging die serieus deel wil nemen aan het besluitvormingsproces in het land.
Op dit moment is de Thaise democratie nog een elitaire aangelegenheid, waarbij militairen, ambtenaren, middenklasse en zakenelite de dienst uitmaken. Dat ware democratie via verkiezingen tot stand komt, en dus ook over aantallen gaat en over invloed van de massa op de politiek, dat is voor deze elite nog een brug te ver. Toch lijkt het erop dat acceptatie ervan geen uitstel meer kan lijden. Met de roodhemdenopstand van arbeiders en boeren lijkt Thailand immers een nieuwe politieke fase te zijn ingegaan, die zich niet zomaar laat terugdraaien.
Tegelijkertijd geldt dat het politieke systeem en vooral de politieke cultuur in Thailand zich niet van de ene op de andere dag laat veranderen. Zo zijn de grote invloed van het leger op de politiek en het gebrek aan politieke partijen die de belangen van boeren en arbeiders werkelijk behartigen zwakke schakels in het huidige bestel.
Vanaf nu is het om die reden belangrijk dat leden van de elite, maar ook oppositieleiders naar voren komen en staatsmanschap tonen, in plaats van dat ze zich gedragen als glossy behartigers van eigen materiële belangen, of als wraaklustige populisten.