Lubbers erkende dat er tot dusver nog maar enkele duizenden vluchtelingen zijn, maar noemde dit geen verrassing. „Vluchtelingenstromen ontstaan niet aan het begin van een oorlog. Zij beginnen te komen als de crisis voortduurt, wanneer er gebrek aan voedsel en water ontstaat en interne verdeeldheid uitbreekt.”

Lubbers bevond zich in Madrid voor besprekingen met de Spaanse premier Jose Maria Aznar, een van de krachtigste pleitbezorgers van gewapende interventie in Irak. Spanje heeft ongeveer 9000 manschappen naar de Golfregio gestuurd voor humanitaire operaties.

Lubbers zei het met Aznar oneens te zijn over de oorlog. Hij zei dat hij voorstander was van het sturen van VN-vredestroepen naar Irak. „Maar sommige permanente leden van de Veiligheidsraad gaven er de voorkeur aan het hiermee oneens te zijn”, zei hij. „Zij zetten de VN op dood spoor en kozen voor militaire interventie.”

De UNHCR heeft voor de verwachte 600.000 vluchtelingen ruim 141 miljoen euro begroot, een bedrag dat voldoende moet zijn voor een halfjaar. Voor Afghanistan is 180 miljoen euro begroot voor een heel jaar, voor zowel vluchtelingen- als repatriëringsprogramma’s.

Lubbers zei niet te verwachten dat de huidige crisis binnen een maand wordt opgelost. Hij zei dat de UNHCR enkele maanden geleden was begonnen met de voorbereidingen door te gaan praten met de buurlanden van Irak, met name Iran en Syrië. Beide landen kunnen op dit moment een toestroom van in totaal ongeveer 300.000 vluchtelingen aan. Als er van de 141 miljoen euro geld overblijft, zal dit worden besteed aan de repatriëring van de vluchtelingen, zei Lubbers.