Vrijwilligers via Libanon op weg naar Irak
Vanuit de Libanese hoofdstad Beiroet is maandag een bus met 36 vrijwilligers vertrokken die in Irak tegen de Amerikaanse en Britse troepen willen vechten. Enkelen zeiden dat zij bereid zijn hun leven te geven met zelfmoordaanslagen.
De vrijwilligers, 27 Libanezen, twee Egyptenaren, een Sudanees en zes Palestijnen, stapten in een bus die voor de Iraakse ambassade in Beiroet stond. De Iraakse consul Karim Taha al-Marsoumy zwaaide hen persoonlijk uit. Sommigen hadden een exemplaar van de koran bij zich, anderen droegen een hoofdband in de kleuren van de Iraakse vlag: rood, wit en groen. Zodra ze in de bus hadden plaatsgenomen, stapte een moslimgeestelijke in en ging hen voor in gebed.
De coalitietroepen zijn beducht voor zelfmoordaanslagen sinds afgelopen zaterdag een Irakees zichzelf in een taxi opblies en vier Amerikaanse militairen om het leven bracht. Irak zei later dat de man een onderofficier was en kondigde meer van dergelijke aanslagen aan.
De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Naji Sabri, zei maandag dat ruim 5000 Arabieren naar Irak zijn gekomen om aan de zijde van Irak mee te vechten tegen de invasietroepen. „De meesten willen worden opgeleid voor zelfmoordaanslagen”, zei Sabri.
Libanese regeringsfunctionarissen waren niet beschikbaar voor commentaar, maar de regering in Beiroet steunde zelfmoordaanslagen tegen Israël tijdens de bezetting van een strook land in het zuiden van Libanon.
Aangenomen wordt dat de meeste Arabische vrijwilligers Irak bereiken via Syrië. Het uitbreken van de oorlog heeft geen einde gemaakt aan het grensverkeer tussen Syrië en Irak. De betrekkingen van Syrië met de Verenigde Staten zijn sinds het uitbreken van de oorlog verslechterd. Washington beschuldigde Damascus zondag nog van het leveren van militaire uitrusting aan Irak, wat door de Syrische regering wordt ontkend.