Het nieuwe keurmerk is opgezet door het ISF, de vereniging voor kleinere goede doelen organisaties en de Stichting Nationale Goede Doelen Test. Het keurmerk ontwikkelt zich als een concurrent van het Centraal Bureau Fondsenwerving dat met het CBF–Keur de grotere goede doelenorganisaties beoordeelt.Ook het SKGD wil de grotere partijen aan zich gaan binden. Inmiddels hebben er zeven zich bereid verklaard het keurmerk aan te vragen. Donderdag kregen alvast veertien kleine goede doelen voor het eerst een KGD–keurmerk uit handen van voormalig PvdA–minister Bert Koenders van Ontwikkelingssamenwerking. Hij vindt het positief dat met het keurmerk vooral de prestaties worden gemeten, maar vindt het onnodig dat er meerdere keurmerken zijn.

„Een groot deel van de goede doelenorganisaties rapporteert niet over haar prestaties omdat ze geen goed inzicht in hun prestaties hebben", stelt Bart Hartman, initiatiefnemer tot het nieuwe keurmerk. „Ze hebben geen inzicht omdat er geen goede meetmethodes zijn, maar goed presteren is wel het belangrijkste streven. Als dat niet volgens de huidige systematiek is te meten, moet je er toe overgaan om die systematiek aan te passen, maar dat wil het CBF niet. Die denkt de ware systematiek te hanteren".

Hartman en het CBF hebben geprobeerd in overleg tot een verbeterd keurmerk te komen, maar dat overleg liep op niets uit, ook niet na bemiddeling. Men kon het onder meer niet eens worden over de criteria. Het CBF betreurt dat. „Het is niet handig en schept alleen maar verwarring", aldus een woordvoerster van het CBF.

Koenders vindt dat de organisaties die keurmerken geven snel rond de tafel moeten gaan zitten om tot een gezamenlijk keurmerk te komen. „Ik begrijp dat de discussie nu vooral is dat er geen goeie meetmethode is om te keuren op prestaties, maar men moet niet praten over het verschil van mening, maar praten over een gezamenlijke aanpak van de keuringen", aldus Koenders.