Hussein vergaart miljarden door smokkel en diefstal
Een team van Amerikaanse deskundigen maakt sinds enige tijd jacht op de miljarden dollars die de Iraakse president Saddam Hussein en zijn familieleden op diverse buitenlandse bankrekeningen zouden hebben staan. Washington zei eind vorige week al honderden miljoenen te hebben gevonden.
Na de Golfoorlog in 1991 waren er al aanwijzingen dat Saddam miljoenen had weg gezet op buitenlandse bankrekeningen. De onderzoekers konden dit geld toen echter niet achterhalen. Ook nadien werden nog flinke bedragen op Iraakse bankrekeningen gestort. Dit geld zou afkomstig zijn uit het zogenoemde olie-voor-voedselprogramma van de Verenigde Naties. Saddam zou persoonlijk munt hebben geslagen uit dit programma dat Irak in staat stelde voedsel te kopen voor zijn bevolking.
Buitenlandse zakenlieden die in het kader van dit VN-programma hun waar in Irak wilden verkopen, werden gedwongen tienduizenden dollars aan provisie te betalen. De Russische zakenman Gazi Lugev beklaagde zich als eerste nadat Iraakse functionarissen hem hadden gezegd dat hij 60.000 dollar aan provisies moest overmaken op een bankrekening van de Jordaanse Nationale Bank in Amman. Lugev vermoedt dat er vele miljoenen dollars staan op geheime rekeningen van Jordaanse banken.
Saddam Hussein en zijn familieleden hebben zich de afgelopen tientallen jaren op allerlei oneerlijke manieren verrijkt. Het grote graaien van geld begon al in de jaren zeventig toen Saddam vice-president was. Saddam kreeg toen de controle over de olie-inkomsten, waarvan hij persoonlijk 5 procent opstreek. Toen in 1973 de olieprijzen verviervoudigden, stegen zijn inkomsten navenant. Hij gebruikte dit geld onder meer voor het opzetten van veiligheidsdiensten en zijn geheime wapenprogramma’s.
De meeste inkomsten verkreeg Saddam uit de oliehandel, maar hij zocht ook andere middelen om zich te verrijken. Hoewel gokken volgens de islam verboden is, bepaalde Saddam begin jaren zeventig dat er weer paardenrennen mochten worden gehouden. Hij gebruikte deze fondsen als een vrije bron van inkomsten voor eigen gebruik.
Saddam wees verder het beheer over de verschillende sectoren van de economie toe aan zijn directe familieleden die zich in korte tijd wisten te verrijken. Zo vergaarde Saddams oom Khairallah Tulfah grote rijkdommen toen hij eenmaal tot burgemeester van Bagdad was benoemd. Hij verkreeg het monopolie op de productie van citrusvruchten en vergaarde veel geld door grondspeculatie. Saddams eerste vrouw Sajidah zit in de handel en grondspeculatie. Op aanraden van haar zoon Uday heeft ze ook het monopolie verkregen op de zuivelindustrie.
Uday zelf had dertien jaar geleden, op 26-jarige leeftijd, al een waar handelsimperium opgebouwd. Zo is hij eigenaar van een keten van voedselverwerkende bedrijven en heeft zo het monopolie op gevogelte en vleesproducten.
Op illegale geldhandel staat in Irak de doodstraf, maar toch wist Uday in de jaren tachtig 20 miljoen dollar over te houden met een wisseltruc. Met Iraakse dinars kocht hij dollars tegen de officiële koers om die vervolgens op de zwarte markt aan te bieden, waar de dollar tien keer zoveel waard was als de officiële koers.
Tijdens de invasie van Koeweit in 1990 stond Uday ook aan het hoofd van een bende die alle dure merkauto’s in het emiraat stal en in Bagdad weer doorverkocht. Volgens Latif Yahia, de gevluchte dubbelganger van Uday, heeft Uday hierdoor 125 miljoen dollar opgestreken.
Ook Saddams schoonzoon Hussein Kamil, die in 1995 werd vermoord, wist zich op deze wijze te verrijken. Kamil was zo bezeten van geld dat hij op zijn boerderij in het geheim dinarbiljetten liet drukken. Toen dit bekend werd, schoot Saddam de zeven drukkers persoonlijk dood. Kamil, die minister was van Militaire Industrialisatie, werd ontslagen, maar korte tijd later weer in genade aangenomen.
Naar verluidt had Kamil in de jaren tachtig bij de aankoop van 120 Chinese Scud-raketten een „persoonlijke commissie” van 60 miljoen dollar opgestreken. Ook bij de aankoop van onderdelen voor het nucleaire programma van Irak streek Kamil miljoenen dollars op aan commissies. Toen Kamil in 1995 naar Jordanië vluchtte, had hij goud bij zich en 40 miljoen dollar. Saddam heeft Uday opdracht gegeven Kamils miljoenen op buitenlandse banken op te sporen en om iedereen die Kamil had geholpen te vermoorden.
De grootste geldwolf is waarschijnlijk Uday, die naar verluidt geheime kamers heeft volgepropt met dollarbiljetten. Op allerlei manieren probeert Uday zich te verrijken. Hoewel hij in 1996 ernstig gewond was geraakt door een aanslag heeft hij nog steeds de leiding over de smokkelnetwerken van Irak. Als gevolg van de sancties van de VN tegen Irak, bestaat er een groot tekort aan medicijnen, maar dat weerhoudt hem er niet van geleverde medicamenten weer terug te smokkelen naar Jordanië, waar ze door straathandelaren worden verkocht.
Ook strijkt hij een royaal percentage op van alle luxeartikelen die het land worden binnengesmokkeld en op straat worden verkocht. Melkpoeder uit Japan dat voor de Iraakse kinderen was bestemd werd onder zijn leiding gestolen en verkocht. Ook wordt veel olie het land uit gesmokkeld.
Via zijn relaties in Iran wist Uday door geknoei met vrachtbrieven olie te verkopen aan het buitenland.