Haar boek was gruwelijk, en tegelijkertijd van een realistische soberheid. Om die reden werd Maria geloofd.

Werd. Want onderzoeksjournalist Hendrik Jan Korterink bewijst in zijn vorige week gepubliceerde boek ”Echte mannen eten wél kaas” dat niet alles wat Maria beweert waargebeurd kan zijn.

Korterinks boek is soms suggestief. Zo strooit hij met negatieve uitspraken van Maria’s ex-vrienden, die haar afschilderen als een fantast. Ook suggereert hij dat Maria borderline zou hebben, waar hij geen enkel bewijs voor heeft.

Tegelijkertijd bewijst de journalist dat dingen in Mosterds boek aantoonbaar onjuist of overdreven zijn. Maria had op haar twaalfde nog geen relatie met ‘loverboy’ Manou, weten vriendinnen. Maria was niet doorlopend aan het spijbelen om zich te verkopen, bewijst de school. Er zijn geen aanwijzingen voor verdwijningen, zegt de politie. En Maria kán op haar dertiende onmogelijk aan het hoofd van een criminele organisatie hebben gestaan, beweren deskundigen.

Deze conclusies zorgen ervoor dat het gruwelijke boek met nog meer omzichtigheid gelezen moet worden. Wat is fantasie en wat werkelijkheid? Korterink komt er niet helemaal uit.

En Maria zwijgt.