„Christenstudent leeft vaak te gespleten”
Studenten van christelijken huize leiden te veel een gespleten bestaan op universiteiten, vindt de Amerikaanse hoogleraar Paulo F. Ribeiro. „Ze scheiden hun christen-zijn en de wetenschap te zeer, waardoor ze onvruchtbaar zijn voor zichzelf en voor hun omgeving.”
Prof. Ribeiro (VS) actief in toerusting Nederlands publiekDe hoogleraar electric engineering aan de Technische Universiteit Eindhoven werkt enkele maanden in Nederland en is met zijn vrouw actief in het toerusten van christelijke studenten.
Prof. Ribeiro komt uit Brazilië. Hij is van oorsprong baptist, maar door zijn verblijf in Manchester en de Verenigde Staten (Dordt College, Calvin College) leerde hij het reformatorisch denken kennen en is nu lid van een Christian Reformed Church in Grand Rapids.
Hij is in Brazilie getrouwd met een dochter van een Nederlandse zendeling. Al vrij snel is het echtpaar actief vrijwillig stafwerker geworden voor IFES (International Fellowship of Evangelical Students), afdeling Brazilië. Zij hebben zich hierbij toegelegd om studenten te helpen in het groeien in hun geloof als „integraal christen”. Na hun vertrek naar Amerika zijn ze hiermee doorgegaan. Samen met christenacademici en -studenten zetten zij allerlei vormingswerk op.
Tijdens hun verblijf in Nederland zijn ze ook vrijwilliger stafwerker geworden voor IFES-Nederland. De laatste internationale IFES-conferentie in Zelhem, vorige week, laat volgens Ribeiro zien dat christenstudenten behoefte hebben aan „de balans tussen geloof, wetenschap en leven”. Het echtpaar verzorgt door het land diverse lezingen over allerlei thema’s.
Toonaangevend
Prof. Ribeiro heeft zich ontwikkeld tot een van de toonaangevende hoogleraren op het gebied van engineering. Dat verklaart ook zijn uitnodiging om in Amerika te doceren en regelmatig een half jaar ergens als hoogleraar te werken, zoals nu in Eindhoven. „Het geeft een voller en rijker leven als wetenschapper door op verschillende plekken van de wereld onderzoek te doen”, zegt hij.
Het valt niet mee op zijn vakgebied bijbelse beginselen een plek te geven gezien het beperkte blikveld van veel onderzoeken, zo is de ervaring van Ribeiro. „Het reformatorisch denken gaf mij een structuur waardoor ik de werkelijkheid beter kon begrijpen. Ik heb de kosmologische gevolgen van de bijbelse trits schepping, zondeval en verlossing leren kennen die voor mij de basis legden voor mijn visie op christelijke wetenschap. Via het denken van Dooyeweerd en Vollenhoven leerde ik de werkelijkheid kennen in de gelaagdheid van diverse aspecten, waarbij alles samenhangt in de schepping.”
Verder heeft de schrijver C. S. Lewis hem erg geholpen. „De vijand moet je op zijn eigen grond bestrijden, heeft hij gezegd. Wanneer we onkundig en naïef zijn, werpen we onze wapens weg en zijn we machteloos. Lewis heeft gewezen op de betekenis van de morele natuurwet, het beroep op de universele ethische principes. Hij gaf mij een integrale visie op de werkelijkheid, waarbij geloof en rede nauw met elkaar verbonden zijn.”
Eerst voelde Ribeiro zich als het ware schuldig om de studie van zo’n specifiek-technische wetenschap, maar nu ziet hij dat er juist ook christentechnici en christeningenieurs nodig zijn. „Wetenschap en technologie leiden niet tot verlossing. Het heil voor de mens ligt in het gehoorzamen van Gods Woord. Maar God is altijd geïnteresseerd in technologie. Hij had Noach kunnen redden door middel van een bovennatuurlijk wonder, maar in plaats daarvan heeft Noach goede scheepvaarttechnologie gebruikt om de ark te bouwen.”
Prof. Ribeiro werkt nauw samen met hoogleraren reformatorische wijsbegeerte, onder wie Marc de Vries en Maarten Verkerk. „De reformatorische wijsbegeerte geeft mij een begrippenapparaat in handen dat niet specifiek religieus is, maar wel normen stelt aan de wetenschap. Dat is vooral nodig in de harde wereld van de engineering, waar je niet met religieuze taal aan kunt komen.”
De technische wereld is een seculiere wereld, erg praktisch, gericht op hoe alles werkt, aldus prof. Ribeiro. Daarom is het belangrijk dat de christelijke wijsbegeerte een instrument in handen geeft „dat onbewuste vragen expliciet maakt en vooral principes formuleert voor het verstaan van de werkelijkheid. Christenen moeten voorzichtig zijn en de indruk vermijden dat ze simpele techneuten zijn, ontwerpers van een nog efficiëntere toren van Babel.”
Volgens Ribeiro zijn de gevolgen van de zondeval merkbaar in de wereld van de engineering, waar toepassingen gemaakt worden die eenzijdig gericht zijn op commerciële, politieke of militaire doeleinden. „De techniek biedt in het algemeen de mogelijkheid om dingen te gebruiken voor kwade doeleinden of om pure macht uit te oefenen. De techniek wordt dan als een nieuw heiligdom gezien. Lewis protesteerde tegen de ongebreidelde beheersing door de techniek, die de werkelijkheid manipuleert en de schepping misbruikt. Een vraag die op ons afkomt, is die over onze persoonlijke levensstijl. We kunnen theorieën opstellen over opwarming van de aarde, maar intussen in grote auto’s rijden.”
Dualisme
Prof. Ribeiro is kritisch over een dualistische instelling van christenstudenten die hij in Nederland signaleert. „Voor de meeste studenten is het doel van de studie om deze snel af te ronden en de maatschappij in te gaan. Dat is in Amerika overigens niet anders. Het effect van het isoleren van je christelijke overtuiging van de wetenschap is een verlamming van de ethiek. We zijn te vaak gericht op economische en materiële zekerheid. Het leven is echter veel rijker en ook vrolijker wanneer je God dient, ook als wetenschapper.”
Hij ziet dit dualisme ook enigermate in Nederlandse kerken. Ribeiro bezocht twee calvinistische kerken, een oecumenische en een rechtzinnige. „Bij de ene gemeente was het Evangelie dermate vaag dat het zich nauwelijks onderscheidde van de werkelijkheid, bij de andere stond het Evangelie niet in een duidelijk verband met de werkelijkheid.” Het aantal christenen onder studenten is een minderheid. „Bewust religieus zijn vooral de moslims”, aldus prof. Ribeiro. Hij herkent zich in de oproep van prof. dr. E. Schuurman in diens afscheidsoratie vorig jaar om samen met moslims een coalitie te vormen tegen de ongeremde beheerszucht van de techniek. Schuurman citeerde moslimgeleerden die ook geloven dat Gods schepping goed beheerd moet worden. „Alleen zou ik zijn bondgenootschap willen uitbreiden naar joden en boeddhisten. Ik heb de waarde van de gemene gratie ontdekt. Dat maakt een beroep mogelijk op een morele en universele wet, het vinden van een uitgangspunt dat gedeeld wordt door aanhangers van álle godsdiensten.”