Politiek

„Hardnekkige” refoscholen aanpakken

Wat wil een aantal linkse Kamerleden bereiken met een initiatiefwet over de acceptatieplicht? D66-Kamerlid Van der Ham was daarover onlangs onthutsend duidelijk. Maar zijn ChristenUniecollega Anker maakt gehakt van zijn uitlatingen.

tekst Gerard Vroegindeweij
18 May 2010 09:25Gewijzigd op 14 November 2020 10:34
Van der Ham. Foto ANP.
Van der Ham. Foto ANP.

Een maand geleden was PvdA-Kamerlid Margo Kraneveldt-van der Veen nog optimistisch. Voor de verkiezingen van 9 juni zou zij samen met collega’s van SP, GroenLinks en D66 een initiatiefwet door de Tweede Kamer loodsen om het bijzonder onderwijs een acceptatieplicht op te leggen.Eind vorige week moest ze erkennen dat het niet gaat lukken. „Er zitten nog wat juridische voetangels en -klemmen aan de wet. We gaan het niet meer voor de verkiezingen redden. Het nieuwe streven is voor de zomervakantie.” Of de wet door de Kamer zal worden aanvaard, is niet zeker. Het hangt af van de VVD en die is kritisch.

De initiatiefnemers proberen hun wet snel door de Kamer te jagen omdat ze bang zijn dat het CDA tijdens komende coalitiebesprekingen een blokkade zal opwerpen voor de behandeling ervan. Voor 9 juni zijn er geen coalitiebesprekingen en zou het CDA ook niets kunnen blokkeren, is de gedachte.

PvdA, SP, GroenLinks en D66 wilden de acceptatieplicht al in 2005 regelen, maar tijdens de coalitiebesprekingen van eind 2006 hebben CDA en ChristenUnie bedongen dat de PvdA tijdens de zittingsduur van het kabinet Balkenende IV hieraan geen medewerking zou verlenen. Aldus is geschied, maar nadat de PvdA eind februari de stekker uit het kabinet trok, wisten de sociaaldemocraten niet hoe snel ze de kwestie weer ter hand moesten nemen.

Kern van de initiatiefwet is dat christelijke scholen van ouders en leerlingen niet langer onderschrijving van hun grondslag mogen vragen, maar alleen respectering. Daarmee kunnen bijzondere scholen veel minder werk maken van hun streven een eenheid te creëren tussen de cultuur op school en thuis. Als het aan PvdA, SP, GroenLinks en D66 ligt, moeten bijzondere scholen alle leerlingen (met hun ouders) accepteren die respect hebben voor de grondslag; ze hoeven dus niet inhoudelijk achter de grondslag te staan.

In de praktijk zijn het vooral orthodoxe scholen van divers pluimage (reformatorisch, gereformeerd, islamitisch en joods) die gebruikmaken van het recht om leerlingen te weigeren die de grondslag van de school niet onderschrijven.

Wat willen de indieners nu precies met hun wet bereiken? Daarover kan geen misverstand bestaan. In de toelichting op de initiatiefwet en in diverse interviews lieten ze weten dat het hen gaat om bevordering van integratie van allochtonen. Ze hebben de indruk dat sommige bijzondere scholen leerlingen van allochtone afkomst niet accepteren en daarvoor een beroep doen op de mogelijkheid om leerlingen te weigeren omdat ze de grondslag van de school niet onderschrijven.

Maar er blijkt een heel andere bedoeling achter de wet te zitten. Dat valt op te maken uit uitlatingen van D66-Kamerlid Van der Ham gedaan tijdens een radio-uitzending van Villa VPRO, enkele weken geleden. Daar discussieerde de democraat met Kuiper, directeur-secretaris van de Besturenraad (de koepel van het protestants-christelijk onderwijs). Laatstgenoemde verklaart dat er wat betreft de integratie helemaal geen probleem is. Uit onderzoek blijkt dat het christelijk onderwijs in grote steden een bijna even groot percentage aan allochtone kinderen opneemt als het openbaar onderwijs.

Van der Ham erkent dat volmondig en daarna geeft hij direct en ongevraagd de werkelijke motivatie achter het wetsvoorstel: „Er is een klein groepje van hardnekkige scholen, voornamelijk reformatorische, maar ook islamitische en sommige joodse scholen –daar zijn er natuurlijk niet zo veel van– dat vindt dat bepaalde leerlingen op hun school niet thuishoren. Daarmee onttrekken de scholen zich aan hun verantwoordelijkheid. Dat principiële punt willen we wel een keer maken. Het is geen oplossing van de segregatie. Daar geef ik de heer Kuiper gelijk in. Maar het is wel een principieel punt dat we een keer willen maken in de richting van dat soort scholen.”

Even later wijdt Van der Ham daarover nog verder uit en noemt hij het voorbeeld van een school die een jongen weigerde omdat zijn zus thuis wel eens een lange broek droeg. „Dat vind ik een situatie die we niet meer kunnen dulden. Daar heeft deze wet ook betrekking op. Wij vinden het voldoende dat je respect toont voor de grondslag van de school, hoe religieus die ook is, maar hem volledig onderschrijven, dat past niet meer in de 21e eeuw.”

De opmerkingen van Van der Ham zijn des te vreemder omdat in de betrokken initiatiefwet juist een uitzonderingsbepaling is opgenomen voor scholen die de achterliggende jaren op basis van hun grondslag een consistent en consequent toelatingsbeleid voerden en over het algemeen alleen leerlingen en ouders toelieten die de grondslag onderschrijven.

In het VPRO-programma laat Van der Ham duidelijk weten hoe hij tegen deze uitzonderingsbepaling aankijkt. Hij noemt die „een overgangssituatie.” En als de vraag aan de orde komt of de uitzondering keer op keer door de minister of een in te stellen commissie gemaakt zou moeten worden, antwoordt Van der Ham ronduit: „Wat ons betreft niet.”

ChristenUnie-Kamerlid Anker heeft met verbijstering kennisgenomen van de uitlatingen van Van der Ham. „Hij bewijst hiermee dat het een onzinnig voorstel is. Het was oorspronkelijk bedoeld om segregatie tegen te gaan, maar dat is dus niet zo. Het is bedoeld om orthodoxe scholen in het hart te raken.”

De kwalificatie „hardnekkige scholen” stuit het CU-Kamerlid tegen de borst. „Waar heeft Van der Ham het over? Op deze scholen wordt bovengemiddeld goed onderwijs gegeven. En het voorbeeld dat hij noemt is een uitzondering, en dat weet mijn collega. Hij zegt wel dat de initiatiefnemers de vrijheid van onderwijs niet om zeep willen helpen, maar zij perken die vrijheid wel op een onverantwoorde wijze in. De indieners willen blijkbaar de verschillen tussen scholen wegpoetsen. Ik dacht dat we in Nederland juist trots zijn op verschillen? PvdA, D66, GroenLinks en SP blijkbaar niet. Alles moet schijnbaar door de blender om er vervolgens een eenheidsworst van te maken.”

Dat orthodoxe scholen die een strikt toegangsbeleid willen behouden, straks gebruik zouden moeten maken van een uitzonderingsbepaling, noemt Anker „de omgekeerde wereld.” „Scholen hebben krachtens artikel 23 van de Grondwet, dat handelt over de vrijheid van onderwijs, het recht om leerlingen die niet bij de school passen, te weren. En straks zouden ze om dit te mogen, gebruik moeten maken van een uitzonderingsbepaling? Te zot voor woorden.”

Dat Van der Ham onomwonden toegeeft dat de uitzonderingsbepaling voor orthodoxe scholen wat hem betreft tijdelijk van aard is, laat volgens Anker de werkelijke bedoeling van de indieners zien: „De bijl leggen aan de wortel van de onderwijsvrijheid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer