Inkomensafhankelijk
Wat is eerlijk? Dat is een belangrijke vraag. Zeker ook in de politiek. Maar het antwoord daarop is niet altijd zo makkelijk te geven. In haar verkiezingsprogram pleit de ChristenUnie onder meer voor inkomensafhankelijke boetes. Dat zou eerlijker zijn dan het huidige systeem. Wie een goed inkomen heeft kan een verkeersboete van 100 euro nu eenmaal makkelijker betalen dan wie van een beneden modaal inkomen moet rondkomen.
Dit voorstel komt niet helemaal uit de lucht vallen. In het verleden heeft de ChristenUnie dat punt in de Kamer ook wel eens aan de orde gesteld. De SP zit eveneens op die lijn. Er zijn landen, bijvoorbeeld Finland, waar men al zo werkt. Door de hoogte van de boete evenredig te laten zijn met de hoogte van het inkomen wil men bereiken dat mensen die dezelfde overtreding begaan hebben, hun straf ook even zwaar voelen.In de praktijk geeft dat natuurlijk wel een heleboel complicaties. Moet je de hoogte van de boete laten afhangen van iemands bruto inkomen? Of ga je uit van wat de belastingdienst het verzamelinkomen noemt? In het laatste geval houd je in ieder geval ook rekening met de hypotheeklasten en vermogensinkomsten.
Maar als twee mensen hetzelfde inkomen hebben, maar de een heeft een vrouw en vijf kinderen die hij moet onderhouden en de ander kan alles wat hij verdient zelf opmaken, dan is de draagkracht uiteraard niet gelijk. Dat moet je wel in je systeem van boetes naar draagkracht verwerken. In het verkiezingsprogram van de ChristenUnie kom ik daar niets over tegen.
Van Nederlandse burgers zijn de belastinggegevens voor de justitie toegankelijk, maar bij buitenlandse verkeersovertreders is dat niet het geval. Bij hen kan dus geen rekening gehouden worden met de draagkracht. Noch in gunstige, noch in ongunstige zin. Helemaal eerlijk is dat ook weer niet.
Daar komt bij dat de belastinggegevens altijd achterlopen. Iemand die in 2009 nog een goede baan had of als zakenman een riant inkomen genoot, kan inmiddels werkloos of failliet zijn. Maar pas begin 2011 komt dat in zijn belastingaangifte tot uitdrukking. Wat moet je daar op vinden?
Veel moeilijker wordt het nog als je het principe dat straffen door iedereen even zwaar gevoeld moeten worden ook gaat toepassen op gevangenisstraffen. Daar werkt het namelijk andersom. Voor iemand met een mooie baan of een goedlopende zaak is een gevangenisstraf van twee maanden (of van twee jaar) vele malen erger dan voor iemand die van een AOW-uitkering moet rondkomen. In de eerste plaats is zijn inkomensderving veel groter. Misschien is zijn zaak na twee jaar wel geruïneerd. Of hij is zijn mooie baan kwijt.
Bovendien zal er vaak ook sprake zijn van een forse reputatieschade. Als je gezeten hebt, word je door je omgeving toch met andere ogen bekeken. Dat kan zich vertalen in verlies van omzet of problemen bij sollicitaties. Tijdens het verblijf in de gevangenis zal iemand met een hoog inkomen ook een veel grotere achteruitgang in comfort, kwaliteit van maaltijden en andere levensomstandigheden ervaren dan degene die genoopt was elk dubbeltje om te keren.
Moet je je daarom op het standpunt stellen dat de rechter bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf ook moet kijken naar iemands inkomensniveau en zijn sociale positie? Omdat anders een gelijke gevangenisstraf voor een vergelijkbaar delict leidt tot een zeer uiteenlopende mate van leedtoebrenging?
Al die complicaties maken huiverig voor het invoeren van inkomensafhankelijke boetes en eventueel ook inkomensafhankelijke straffen. Laat Vrouwe Justitia wat dat betreft haar blinddoek maar ophouden. Maar dat hier een probleem ligt, valt niet te ontkennen.
Onder criminele randjongeren geldt het vaak als statusverhogend als je een keer gezeten hebt. Dan tel je pas echt mee. Dan ben je pas iemand. In andere milieus, denk bijvoorbeeld aan woonwagenbewoners, kijkt men er ook niet vreemd van op wanneer iemand van z’n bed gelicht wordt en korter of langer tijd in de gevangenis moet doorbrengen. Dat is in hun ogen niet meer dan pech hebben. Zoiets kan iedereen overkomen.
Ook nu houdt de rechter wel een beetje rekening met de sociale effecten van een gevangenisstraf, zoals bij het vaststellen van de boete soms ook wel enigszins gekeken wordt naar de financiële omstandigheden van de betrokkene. Daar moet het maar bij blijven. Boetes en straffen op basis van belastingaangifte of postcode roepen te veel vragen en problemen op.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl