Gereformeerde Gemeenten in gesprek met Joden
Het deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten gaat gesprekken voeren met orthodoxe Joden in Nederland. Dat bleek vrijdag tijdens een themadag in Gouda.
Rabbijn L. B. van de Kamp was naar Gouda gekomen om een eerste aanzet te geven voor een gesprek. Het thema van de zeer druk bezochte studiedag was: ”Spanningen in de familie”.Die verschillen kwamen in de loop van de dag duidelijk aan het licht. Van de Kamp noemde in de eerste plaats de vervolging van de Joden door de christenen in de geschiedenis. In één adem voegde hij er de Holocaust aan toe. „Wat nazi-Duitsland bedacht, was het product van 1900 jaar christelijk denken in Europa.”
De rabbijn wees verder op theologische verschillen. De wegen van Joden en christenen scheiden zich al bij Genesis 1, omdat ze het Oude Testament heel anders verstaan. Verder noemde hij het „concept van de Messias” als een punt van verschil.
Overeenkomsten ziet Van de Kamp in het feit dat beide groeperingen in één God geloven en dat ze gemeenschappelijke belangen hebben in de strijd tegen de buitenwereld. Hij maakt zich zorgen over de ontwikkeling van de samenleving met betrekking tot de rechterlijke uitspraken over het vrouwenstandpunt van de SGP en stelde voor om op dat punt samen op te trekken.
Ds. C. J. Meeuse, voorzitter van het deputaatschap, erkende dat het christendom zich in de loop van de geschiedenis heeft „bezoedeld.” Dat de Holocaust de schuld van christenen zou zijn, noemde hij echter „geschiedvervalsing.” De predikant verwees naar de filosoof Friedrich Nietzsche, die met zijn theorie van ”Untermenschen” en ”Übermenschen” eerder in aanmerking komt als grondlegger voor het nazisme.
Volgens ds. Meeuse bestaat er verschil tussen antisemitisme –dat zich richt tegen Joodse personen– en anti-judaïsme, dat zich keert tegen de leer van het jodendom. Tegen de joodse leer blijft hij bezwaren houden. Ds. Meeuse stelde dat het de plicht van de christelijke kerk is en blijft om de Joden over Jezus Christus de Messias te vertellen.
Aan het einde van de bijeenkomst vroeg debatleider J. J. de Jong, secretaris van het deputaatschap, of Van de Kamp Joden en christenen als één familie beschouwt. De rabbijn antwoordde bevestigend. „We zijn van hetzelfde huisgezin. Als het niet zo was, hadden we niet kunnen zeggen wat we vandaag besproken hebben.”
Ds. W. Silfhout, tweede voorzitter van het deputaatschap, is dezelfde mening toegedaan. „Er is sprake van een broedertwist. We blijven van mening verschillen over wezenlijke zaken, maar kenmerkend voor broeders is dat ze elkaar toch liefhebben.”