Opinie

Boter braden uit rooms schandaal

Er komt een groot onderzoek naar seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk. Op advies van oud-burgemeester Deetman van Den Haag besloot de Nederlandse bisschoppenconferentie dinsdag om de kogel zo niet letterlijk dan toch figuurlijk door de kerk te jagen.

tekst Jan van Klinken
14 May 2010 20:09Gewijzigd op 14 November 2020 10:32

Ook in eigen gelederen was gevraagd de bezem ter hand te nemen. Zo drong de vooraanstaande roomse geestelijke Antoine Bodar er bij herhaling op aan. Had de kerkelijke top maar eerder naar hem en anderen geluisterd. Het getalm heeft alleen maar voedsel gegeven aan de critici met hun beschuldiging dat de clerus probeerde de beerput met de bisschoppelijke mantel der liefde te bedekken. Met name de paus liet van begin af aan na duidelijk te maken dat pedofiele praktijken binnen de moederkerk op geen enkele wijze worden getolereerd.In zulke situaties is maar één aanpak de juiste, hoe pijnlijk wellicht ook: tot de bodem uitzoeken, verdachten aangeven bij justitie, daders de laan uitsturen en maatregelen treffen om herhaling te voorkomen. Wie dat niet doet, laadt de verdenking op zich te heulen met het kwaad. Dat is voor een kerk met hoge morele principes onbestaanbaar. Het is niet zo raar dat de buitenwacht dan besmuikt reageert.

Door het gedraal zal de Rooms-Katholieke Kerk de pedoseksuele misstanden nog lang moeten bezuren. De grappen, het cynisme en de hatelijkheden waren en zijn niet van de lucht. Woede, frustraties en andere opgekropte gevoelens worden vrijelijk en op grote schaal geventileerd. Nogmaals, daar heeft het instituut zelf ruimte voor geschapen. Erg veel medelijden heeft de kerkelijke elite derhalve niet verdiend.

Toch kan het geen kwaad om ook eens te blik te vestigen op al die critici die zich staan te verdringen om de moederkerk onder vuur te nemen. Met name vanuit het progressieve kamp zijn er de laatste maanden heel wat giftige pijlen afgevuurd. Daarbij werden de meesten niet gehinderd door een sterk geheugen. In dat geval zouden ze wel een wat lager toontje hebben aangeslagen.

Om de bovenkamer van deze spraakmakende menigte wat op te frissen, kan het geen kwaad de aandacht eens te vestigen op de persoon van Edward Brongersma. Hij leefde van 1911 tot 1998 en kreeg vooral bekendheid vanwege zijn zelfgekozen levenseinde. Hoewel hij niet ziek was, leed hij naar eigen zeggen aan het leven. Het strafproces tegen zijn behulpzame huisarts werd in binnen- en buitenland op de voet gevolgd.

Deze Brongersma werd in 1950 veroordeeld wegens zijn seksuele relatie met een minder- jarige. Na het uitzitten van zijn straf klopte hij het stof van de broek en manifesteerde zich luid en duidelijk in het publieke domein. Hij werd juridisch medewerker van… de Volkskrant. Dit progressieve medium was met zijn afwijkende seksuele voorkeur bekend, maar zag daarin geen reden om hem buiten de kolommen te houden.

Brongersma maakte vanaf 1960 samen met bevriende pedoseksuelen reisjes naar onder andere Marokko, Portugal, Thailand en de Filipijnen om daar met kinderen seks te bedrijven. Verder pleitte hij in het openbaar voor het toestaan van dergelijke contacten en richtte hij zelfs een stichting op die op dit vlak actief was. „Kinderporno kan heel erg mooi zijn”, zei hij ooit. „Ik val op jongens in de puberteit, zo tussen de 14 en 16 jaar. Pedofilie wordt door de buitenwacht gecriminaliseerd.”

De omstreden ideeën van deze man vormden voor een zekere politieke partij in ons land geen enkel beletsel om hem te vragen haar in een van de hoogste colleges van dit land te vertegenwoordigen. Die partij bestaat nog steeds en wordt bevolkt door mensen die over het algemeen uiterst kritisch zijn en hoog van de toren blazen als ze tot ver in de omtrek onrecht waarnemen. De naam: Partij van de Arbeid.

En zo kon het gebeuren dat een openlijke pedoseksueel jarenlang deel uitmaakte van de Senaat. Brongersma vertegenwoordigde de sociaaldemocraten maar liefst twaalf jaar in dit voorname parlementaire instituut, namelijk van 1963 tot 1977.

Dan was er ook nog de pedofielenvereniging Martijn. U denkt misschien dat die een ondergronds bestaan leidde en het in de media zwaar te verduren had. Nee hoor, die huisde gewoon in het Amsterdamse Groepencentrum Archipel, een gebouw dat door de gemeente werd gesubsidieerd en verder nog werd gedeeld door Verbiedt de Kruisraketten en dat soort linkse clubs. Samen zaten ze in een gebruikersraad die periodiek bijeenkwam.

Toegegeven, het is allemaal alweer even geleden, maar dat geldt ook voor de praktijken binnen de moederkerk. Daarom blijft het heel bijzonder dat de linksseculiere meute het pek en de veren die hem altijd bespaard zijn gebleven, nu zo gretig uitstort over de roomse geestelijkheid.

Of, om het met een variant op een uitspraak van de politicus Luns te zeggen: Voordat de opponenten boter uit deze kwestie braden, kunnen ze beter eerst het goedje wegnemen dat zo rijkelijk van hun hoofden stroomt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer