De Romeinen van de 21e eeuw
„Wij zullen onze vrienden beschermen, wij zullen met onze vijanden afrekenen en degenen die ons hierin niet steunen zullen dat betreuren”, aldus Paul Wolfowitz in 1997 in een artikel in het blad The National Interest.
Wolfowitz stond in 1997 aan het hoofd van de School of Advanced International Studies van de John Hopkins Universiteit in Baltimore (Maryland). In zijn artikel verklaarde hij dat „de meeste Amerikanen deze visie steunen.” Een visie die hij al in de jaren tachtig had ontwikkeld en in 1992 had geformuleerd toen hij in Washington werkte als plaatsvervangend minister van Defensie onder zijn toenmalige chef Dick Cheney.
Wolfowitz had van Cheney de opdracht gekregen om een zogeheten ”Defense Planning Guidance” te schrijven. Een document dat Amerika’s topmilitairen moest voorbereiden op de taken die hen in de toekomst wachtten. In een eerste versie schreef Wolfowitz dat de Verenigde Staten ervoor moesten zorgen „dat geen enkele nieuwe supermogendheid Amerika’s wereldwijde dominantie kan bedreigen nu de Sovjet-Unie ten onder is gegaan.” De VS dienden een „ongeëvenaarde militaire superioriteit te handhaven”, maar zouden tegelijkertijd „internationaal samenwerken, zodat geen land ons kan uitdagen.”
Scenario’s
Het document pleitte verder voor preventieve oorlogvoering tegen vijandige staten die uit zijn op het bezit van chemische, biologische of nucleaire wapens. Wolfowitz’ Planning Guidance bevatte verschillende scenario’s voor Amerika’s rol in denkbeeldige conflicten. Een van die scenario’s was minder denkbeeldig. Namelijk een nieuwe oorlog -na de Golfoorlog- tegen… Irak.
Wolfowitz’ denkbeelden lekten uit en verschenen in The New York Times. Politiek Washington vond de visie te agressief en de tekst van de Defense Planning Guidance werd afgezwakt. Aan het eind van dat jaar verloor president George Bush (senior) de verkiezingsstrijd van zijn Democratische rivaal Bill Clinton.
Daarmee leek Wolfowitz’ scenario voor een dominante Pax Americana te verdwijnen in de stoffige laden van de politieke geschiedenis. September vorig jaar presenteerde de huidige president Bush (junior) zijn strategische visie aan het Congres in Washington. Daarin was sprake van de noodzaak van het handhaven van een wereldwijde „militaire superioriteit” en de regering zegt het beginsel van afschrikking vaarwel.
In plaats daarvan wordt gepleit voor „preventieve oorlogvoering” tegen elke terroristische groep of tegen elk land dat dreigt met behulp van massavernietigingswapens „Amerikaanse belangen of de belangen van onze bondgenoten te schaden.” Wolfowitz was terug!
Eerste doelwit
Letterlijk terug, want Paul Wolfowitz is opnieuw plaatsvervangend minister van Defensie, ditmaal niet onder Dick Cheney maar onder Donald Rumsfeld. Wolfowitz is duidelijk ook politiek terug, want de beginselen van zijn indertijd afgewezen Defense Planning Guidance vormen nu de hoeksteen van Amerika’s militaristische buitenlandse beleid. Irak was het eerste doelwit van dit nieuwe beleid, dat inmiddels de naam ”Bush doctrine” kreeg opgeplakt.
Wolfowitz was na de septemberaanslagen in New York en Washington de eerste die het onderwerp ”Irak” naar voren schoof. Hij kreeg daarbij steun van zijn chef Rumsfeld, maar vooral van zijn oude baas vice-president Cheney, die Bush ervan overtuigde dat hier een taak lag die op lange termijn grote voordelen voor de Verenigde Staten zou opleveren.
Wolfowitz kan het goed vinden met de president, die hem aanspreekt met ”Wolfie”. Bush is duidelijk onder de indruk van de intellectuele capaciteiten van de plaatsvervangend minister van Defensie en van diens optimistische visie op de wereld. Wolfowitz is er namelijk van overtuigd dat Irak na het vertrek van Saddam Hussein omgevormd kan worden tot een moderne democratie.
„Als het achterlijke Roemenië erin slaagt z’n dictator (Ceausescu, red.) te liquideren en het pad van de democratie in te slaan, dan moet dat zéker lukken in Irak, met een veel beter opgeleide bevolking en met olie om die ontwikkeling te financieren”, aldus Wolfowitz tegenover The New York Times.
Bevrijder
Maar hij kijkt intussen veel verder. „Zo’n ontwikkeling is niet alleen belangrijk voor Irak, maar zal haar schaduwen werpen over het hele Midden-Oosten. Te beginnen met Syrië en Iran en daarna ook verder in de hele moslimwereld”, aldus Wolfowitz. Amerika als bevrijder van de geketende moslimvolken? Dit perspectief mag Europa sceptisch stemmen, maar het is precies het beeld dat ook nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice schetst. „Wij willen beschouwd worden als bevrijders”, aldus Rice tegenover de Financial Times.
Volgens professor politicologie Paul Bracken van de Yale Universiteit is Washingtons nieuwe beleid veel meer dan een strategiewijziging. „Dit is het begin van een nieuwe wereldorde. In het verleden reageerden wij op ontwikkelingen. Ook preventieve oorlogvoering was een reactie op ontwikkelingen, maar wat Washington nu voorstelt is actie voordat er sprake is van ontwikkelingen die ons zouden kunnen schaden. De regering begint met Irak, maar daarna zullen andere landen volgen. Denk daarbij maar aan landen die anti-Amerikaanse terroristen helpen zoals Pakistan, Iran, Syrië, Saudi-Arabië en zelfs Egypte. Irak is de schakel tussen de Arabische moslimwereld en de niet-Arabische moslimwereld. Als Irak wordt uitgeschakeld, dan betekent dat een zware ideologische klap voor álle moslimlanden, wereldwijd!” meent Bracken.
Olie
De ”bevrijding” van de moslimwereld door Uncle Sam zal militaire offers vragen, letterlijk en strategisch. Het betekent onder meer dat de VS op termijn hun troepen uit Europa zullen terugtrekken, meent Andrew Bacevich.
„Nu het disciplineren van de moslimwereld Washingtons belangrijkste taak is geworden, lijkt onze aanwezigheid op andere plaatsen niet meer nodig. Wat moeten wij nog met 100.000 militairen in Europa nu de Sovjetdreiging tot het verleden behoort? Dat lijkt niet erg zinvol meer”, aldus Bacevich, die vroeger voor defensie werkte en nu internationale betrekkingen doceert aan de universiteit van Boston. Hij erkent overigens dat het Washington bij dit beleid niet alleen om de ”heropvoeding” van de moslimwereld gaat, maar ook om olie.
„Na Saudi-Arabië beschikt Irak over de grootste oliereserves ter wereld. Wanneer Saddam Hussein is verdreven kan die olie gebruikt worden om de kosten van de Amerikaanse bezetting annex modernisering van Irak te financieren. Bovendien kan de Iraakse olie als economisch en politiek drukmiddel gebruikt worden tegen andere olieproducerende landen zoals Saudi-Arabië”, aldus Bacevich.
Amerika als dominante ”bevrijdingsmacht” in Irak met de factor olie als hefboom voor de verdere democratisering van de Arabische wereld. Een pro-Amerikaanse democratisering welteverstaan die de olieleveranties aan de Amerikaanse economie veiligstelt. „Een bijzonder gevaarlijke visie”, meent Henry Siegman van de Council on Foreign Relations, een onafhankelijke denktank die zich bezighoudt met internationale politiek.
„Het was duidelijk dat er iets moest gebeuren rond Irak, maar dat wij dat alléén zouden kunnen zonder mandaat van de Verenigde Naties en zonder steun van onze belangrijkste bondgenoten is een grote misvatting volgens mij. Bovendien is noch Irak noch enig ander Arabisch land momenteel rijp voor democratie. Het is verschrikkelijk naïef om dat te denken en ik vind het tragisch dat onze president daar blijkbaar in gelooft. Wij gedragen ons als de Romeinen van de 21e eeuw en zijn zo verzekerd van de wraak en minachting van talloze moslims die terreuraanslagen tegen ons zullen toejuichen en steunen. Bovendien hebben Amerikanen eenvoudigweg niet het geduld voor zo’n ingrijpende operatie. De mislukking daarvan staat daarom vast en Amerika plus onze bondgenoten zullen een hoge prijs betalen voor deze arrogantie”, meent Siegman somber.