Prof. Paul: Twijfels over vondst ark
Het zou prachtig zijn als de ark van Noach eindelijk gevonden is, maar er zijn veel wetenschappers die de aangekondigde vondst door een team uit Hongkong in twijfel trekken, omdat in de berichtgeving tot nu toe essentiële elementen ontbreken.
Dat zegt oudtestamenticus prof. dr. M. J. Paul uit Ede in reactie op de berichten dinsdag dat de ark van Noach nu écht zou zijn gevonden.„Op 24 april dit jaar werd de vondst wereldkundig gemaakt en de laatste weken wordt er wereldwijd intensief over dit onderwerp geschreven. Diverse geleerden suggereerden dat de vondst in scene is gezet of dat er bedrog zou zijn door een frauduleuze gids. Dat wordt inmiddels tegengesproken. Ook geleerden echter die van harte geloven in de historiciteit van de ark van Noach uiten op internet inmiddels fundamentele twijfels”, aldus Paul.
„Een deel van de vondsten en de gepubliceerde foto’s lijken de claim van de vinders te bevestigen. Op de website www.noahsarksearch.net/eng weerspreken zij een paar recente beschuldigingen, maar de meeste laten ze onbeantwoord. Er blijven nog veel vragen liggen”, stelt de Edese theoloog. Hij noemt tien bezwaren:
„1. Om de paar jaar duiken berichten op dat de ark gevonden is. Hoe weten we dat dit keer de echte ark van Noach gevonden is? Zijn de aangetroffen houten resten inderdaad van dit schip afkomstig?
Archeologen moeten altijd exact aangeven waar ze iets gevonden hebben, maar deze vinders houden hun locatie geheim, al noemt men wel de berg Ararat. Controle is daardoor nog onmogelijk.
In de nieuwsberichten is sprake van een hoogte van ruim vier kilometer. Hier is zeer veel ijs te vinden en diverse geleerden betwijfelen of in het beweeglijke gletscherijs de structuur van een schip bewaard kan blijven.
De tegenwoordig zo genoemde berg Ararat is volgens de meeste geologen pas vrij recent ontstaan, in ieder geval na de zondvloed. Het is een vulkaan zonder sedimentatielagen die door een vloed afgezet zouden zijn. Heeft men wel de goede berg op het oog? Er zijn ook andere bergen voorgesteld, zoals de berg Cudi (waarbij dan de naam veranderd is).
Het gevonden hout zou zijn getest in een laboratorium in Iran, en ongeveer 4800 jaar oud zijn. Zijn er echter in Iran wel laboratoria waar men dit goed bepalen kan? Waarom is het daar gebeurd? Waarom worden de officiële rapporten niet gepubliceerd, zodat de resultaten nagerekend kunnen worden?
Het nieuwsbericht maakt feit van ”een zwarte substantie” op het gevonden hout en verwijst naar het pek dat in Genesis genoemd wordt. Dit is een vlugge conclusie. Waarom heeft men deze substantie niet onderzocht?
De gevonden ”pinnen met vierkante koppen” kunnen geïnterpreteerd worden als pinnen om de dieren aan vast te binden, maar een overweging van andere mogelijkheden ontbreekt.
Het wekt wantrouwen dat de vinders eerst een filmdocumentaire willen maken voordat de feiten bekend gemaakt en gecontroleerd kunnen worden. Wanneer worden de vondsten op de normale wijze gepresenteerd in de wetenschappelijke wereld, zodat controle mogelijk is?
Op een van de gepubliceerde foto’s is een spinnenweb te zien in een van de hoeken. Kunnen spinnen op deze hoogte met de daar heersende koude leven? Of is een veel lager gelegen grot gefotografeerd?
De gids die de tocht leidde, staat bekend als zeer onbetrouwbaar. Waarom heeft men hem dan toch ingeschakeld?”
Op grond van deze vragen heeft prof. Paul „ernstige twijfels” of de ark van Noach gevonden is. „De vinders doen er goed aan een duidelijke opening van zaken te geven en niet al te veel suggestieve verhalen te verspreiden. In de loop der jaren bleken heel wat opzienbarende vondsten achteraf onjuist te zijn.”
Hoe meer informatie beschikbaar komt, des te beter kan de claim van de vinders beoordeeld worden, stelt Paul. „Diverse orthodoxe geleerden menen dat hier sprake is van pseudo-archeologie die de boodschap van Gods Woord meer schade toebrengt dan goed doet. Aan de vinders de taak om aan te tonen wat er werkelijk aan de hand is.”