Negatieve invloed visserij op visbestanden niet bewezen
Een negatieve invloed van de visserij op visbestanden is niet bewezen, stelt Albert Korf. De opbouw van een recent wetenschappelijk artikel in Nature over dramatische afname van platvisbestanden is zeer zwak.
Ons bedrijf is werkzaam binnen de platvisindustrie en heeft al jaren lang te kampen met negatieve berichtgeving en trendsetting van de media. Dit komt mijns inziens door de onwetendheid van de journalisten over ons vakgebied en de lobby van linkse groene clubs.Na het lezen van een artikel van 4 mei over de dramatische afname van platvisbestanden moet me toch iets van het hart. Deze onderzoekster gaat uit van een negatieve invloed van de visserij op de visbestanden. Dit verband is niet bewezen en gaat voorbij aan de invloed van temperatuurschommelingen, schommelingen in de populaties en fosfaten in het water.
Temperatuurschommelingen hebben grote invloed op visbestanden. Sinds enkele jaren vangt men in de Noordzee bijvoorbeeld vissoorten die voorheen alleen in het warme water van het Kanaal voorkwamen.
Algemeen werd aangenomen dat overbevissing de oorzaak was van het wegvallen van de kabeljauwpopulatie van de rijke visgronden op de Grand Banks (Newfoundland). Ondanks een visverbod zijn de populaties na decennia nog steeds niet hersteld. Recent onderzoek toont aan dat het water destijds één graad warmer was geworden. Momenteel is de temperatuur van het water weer met één graad gedaald en vertoont de kabeljauwpopulatie een spectaculaire groei.
Door schommelingen in de populaties kunnen visbestanden veranderen. Als er veel garnalen zijn, zijn er veel makrelen. In dit ecosysteem hangt alles met elkaar samen. Het groeien en afnemen van vispopulaties beslaat decennia.
Fosfaten in het water zorgen voor een sterke groei van de vispopulaties. Na de oorlog werden op grote schaal fosfaten, uit onder andere waspoeders, geloosd in de grote rivieren. Dit zorgde voor een opleving in de jaren tachtig en negentig. Sinds het verbod op het gebruik van fosfaten is de visstand evenredig gedaald. Momenteel zijn onderzoekers bezig met proeven om hiertussen een wetenschappelijk verband te leggen.
De onderzoekster concludeert dat er steeds zwaarder wordt gevist (van zeilen naar motoren, van 1 pk tot 3000 pk), en tevens dat er per pk minder vis aangeland wordt. In haar berekeningen neemt ze 1 pk (een smack: visserszeilboot) en de daarbij bekende vangst (in kilogram vis) als basis. Vervolgens gaat ze ervan uit dat de vangst evenredig toeneemt naar het aantal pk’s.
Het spijt me echt, maar dat kan toch geen wetenschappelijke redenering zijn? Dat zou betekenen dat wanneer een smack 500 kilo vis vangt, een kotter met 1000 pk 500.000 kilo vis moeten vangen! Dat vangt deze kotter nooit en te nimmer.
De redenering van de onderzoekster dat er steeds zwaarder gevist wordt, gaat op een aantal punten mank. Vissersschepen moeten steeds verder uit de kust vissen, door strenge regelgeving van overheidswege. Ze hebben dus vermogen nodig en vissen daadwerkelijk maar een klein gedeelte van hun vaartijd. Hygiëne-eisen vragen een geïndustrialiseerde verwerking, en dat vergt motorvermogen.
De huidige vissersschepen mogen maar een klein aantal zeedagen maken. De verhouding vangst versus dagen op zee is in de loop der tijd verminderd.
De onderzoekster concludeert aan de hand van de aanvoer op de visveiling wat de grootte van het visbestand is. Die gevolgtrekking is absoluut niet wetenschappelijk te verantwoorden. Daarbij hebben we ook nog momenteel te maken met visquota, regelgeving en vangstbeperkingen.
De opbouw van dit wetenschappelijke artikel is dus zeer zwak. Dit artikel is weer extra negatieve berichtgeving voor een sector die al jaren in zwaar weer verkeert.
Een leek die geen kennis van zaken heeft, slikt dit als zoete koek. En zo gaat Nederlandse oudste sector steeds verder naar de haaien. En dat terwijl de hele sector zijn uiterste best doet om een gezond en duurzaam product aan te bieden.
Wanneer ziet de media dit in? Wanneer laten ze die linkse clubs links liggen?
De auteur is werkzaam in de platvisindustrie in Urk.