Geen titel
„Altijd hebben wij geploeterd met de wens, dat het Nederlandse volk in al zijn lagen eens van dit bezit zou kunnen profiteren. En moet dit nu worden verkaveld en een lusthof worden voor enkele geldmijnheren?”
Helene Kröller-Müller raakt bijna buiten zinnen als ze in 1911 hoort dat ze het landgoed De Hoge Veluwe moet verkopen vanwege financiële problemen.Na urenlange gesprekken met minister Marchant krijgt ze haar zin: de staat verstrekt een lening van 800.000 gulden. Het geld wordt door het Rijk gedoneerd aan een stichting die het park van het vermogende zakenechtpaar Kröller koopt. Als tegenprestatie krijgt het Rijk de kunstcollectie van Helene Kröller, op voorwaarde dat er een museum voor wordt gebouwd. Dit heeft geresulteerd in het huidige Kröller-Müller Museum, een museum voor moderne kunst.
In 1935 komt de droom van het echtpaar Kröller uit: De Hoge Veluwe wordt een nationaal park. Inmiddels bestaat het park 75 jaar en ontvangt het jaarlijks ruim 500.000 bezoekers, van wie de helft het museum bezoekt.
De jubileumuitgave ”Het Hoge Veluwe Boek” beschrijft de geschiedenis van het park, de levens van Anton en Helene Kröller en geeft de lezer een rondleiding langs de cultuur en de natuur van het park.
Leuke wetenswaardigheden maken het verhaal smeuïg. Zo moest de butler van Helene Kröller altijd meer dan 150 treden lopen naar de torenkamer van Jachthuis Sint-Hubertus, het woonhuis van het echtpaar, om er de thee te serveren. De lift is immers niet voor personeel, was haar opvatting.
Het Hoge Veluwe Boek, Wim H. Nijhof, Elio Pelzers; uitg. Waanders, Zwolle, i.s.m. Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe, 2010; ISBN 978 90 400 7 672 5; 352 blz.; € 14,95.