„Serviërs bespiedden getuigen tribunaal”
De Bosnisch-Servische militaire inlichtingendienst heeft internationale functionarissen die bij de wederopbouw van Bosnië betrokken zijn bespioneerd.
Ook zou zij tegen de afspraken uit de Dayton-akkoorden in personen hebben afgeluisterd die voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag moesten getuigen.
De vredesakkoorden van Dayton, die een einde maakten aan de oorlog van 1992-1995, verdeelden Bosnië in twee autonome gebieden: de Bosnisch-Servische Republika Srpska en de moslim-Kroatische federatie, die ieder een eigen parlement, regering, leger en politie hebben. Er is een overkoepelend parlement en een overkoepelend presidentschap.
Bewijs voor de spionageactiviteiten is volgens een westerse diplomaat gevonden bij huiszoekingen op 7 maart door militairen van de internationale vredesmacht SFOR bij Bosnisch-Servische militaire eenheden. Die invallen vonden plaats omdat de verdenking bestond dat de afspraken van Dayton werden geschonden. SFOR heeft de hoogste westerse functionaris in Bosnië, de Brit Paddy Ashdown, ingelicht over de ontdekking.
Een van de doelen van de huiszoekingen op 7 maart was het gebouw van het Bosnisch-Servische parlement in Banja Luka, waar het archief van de militaire inlichtingendienst van de Republika Srpska is gevestigd. SFOR heeft daar documenten en computers in beslag genomen.
De Bosnisch-Servische krant Nezavisne Novine meldde vrijdag dat de SFOR bewijs had gevonden dat de militaire inlichtingendienst getuigen bij het Joegoslavië-tribunaal had afgeluisterd. De woordvoerder van SFOR wilde niet op de berichten reageren.
Paddy Ashdown voert de druk op de Bosnisch-Servische autoriteiten op. Hij gaat in Brussel bij de raad die toeziet op het vredesproces in Bosnië praten over maatregelen tegen Bosnisch-Servische functionarissen die betrokken waren bij export van militaire goederen naar Irak. Hij wil volgens zijn woordvoerder de Bosnisch-Servische militaire instellingen en de wapenindustrie onder controle van civiele instellingen en de staat plaatsen.
Bosnische media schreven vrijdag dat Ashdown van plan is de Servische voorzitter van het presidentiële driemanschap van Bosnië, Mirko Sarovic, te ontslaan. Sarovic was de hoogste Bosnisch-Servische functionaris ten tijde van die leveranties aan Irak.
Duizenden nabestaanden hebben vrijdag ondertussen de laatste eer bewezen aan een groep slachtoffers van de massamoord na de val van Srebrenica in 1995. Naar schatting 15.000 Bosniërs keken toe hoe vier vrachtwagens met de stoffelijke resten van 300 slachtoffers van de massamoord uit de stad vertrokken. De lichamen zijn in Tuzla geïdentificeerd en worden maandag begraven in de Bosnische plaats Potocari.
Omdat bij de begrafenis verschillende etnische groepen aanwezig zullen zijn, ondersteunt SFOR, de vredesmacht van de NAVO, de lokale politie bij de beveiliging van de nabestaanden en hoogwaardigheidsbekleders.
De 600 geïdentificeerde slachtoffers vormen de eerste groep die begraven zal worden in het herinneringscentrum van Potocari. Er zijn 5000 overblijfselen van slachtoffers opgegraven, maar het identificatieproces gaat zeer traag, omdat het DNA van het slachtoffer vergeleken moet worden met dat van een familielid.
Onlangs werd vlak bij Srebrenica een begraafplaats geopend voor de slachtoffers van de moordpartij die de Bosnische Serviërs in 1995 onder de ogen van Nederlandse blauwhelmen aanrichtten onder de mannen van Srebrenica.
Maandag worden op de begraafplaats de eerste zeshonderd lichamen begraven. De ene helft is in Tuzla met DNA-technieken geïdentificeerd, de andere helft in Visoko. In totaal zijn nu meer dan 5.000 lichamen van de naar schatting 8.000 slachtoffers van de massamoord opgegraven.
Het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) plaatst maandag in de Volkskrant een rouwadvertentie voor de in totaal 600 mensen die in 1995 na de val van de moslimenclave Srebrenica door de Bosnische Serviërs zijn vermoord. „Mogen zij eindelijk rusten in vrede”, schrijft het IKV in de advertentie. Dit omdat de overblijfselen van de geïdentificeerde slachtoffers ruim zeven jaar in plastic zakken in koelcellen lagen.
Dankzij de begraafplaats kunnen nabestaanden voortaan terecht op een „waardige en concrete plaats om hun geliefden te herdenken”, zegt M. Lucas, die de begrafenis maandag namens het IKV bijwoont. Ze woonde 2,5 jaar in Bosnië om de contacten tussen het vredesberaad en zijn partners in Bosnië te onderhouden.