„Fraude in zorg niet grootschalig”
De fraude in de zorg is minder omvangrijk dan in publicaties is verondersteld. Dat constateert prof. dr. R. van der Veen in een vrjdag verschenen onderzoek, dat hij heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hoe groot de fraude is, blijft echter onduidelijk.
Van der Veen constateert wel zwakke plekken in het financierings- en controlesysteem. Dat zijn de passen van verzekerden (die vermoedelijk vooral door illegalen worden misbruikt), declaraties door verzekerden (in het buitenland), en de declaraties van specialisten als tandartsen. Andere zwakke plekken zitten bij de aanbieders van thuiszorg en bij de vaststelling van de budgetten van instellingen als ziekenhuizen.
Begin dit jaar kwamen berichten over grootschalige fraude in de zorg naar buiten. De schattingen over de omvang ervan liepen uiteen van enkele honderden miljoenen tot een paar miljard euro.
Volgens Van der Veen zijn die „idioot hoge bedragen” ongefundeerd. Die schattingen waren gebaseerd op percentages van de totale zorgbegroting, maar hielden geen rekening met alle bestaande beperkende controle- en financieringssystemen.
De hoogleraar ontkent niet dat er fraude plaatsvindt, maar kan niet zeggen hoe groot die is. Het enige wat duidelijk is, is dat verzekerden in het buitenland zelf niet meer dan 15 miljoen euro hebben gedeclareerd. Dat totaalbedrag is al lager dan de gesuggereerde fraude door die groep. Van der Veen benadrukt dat fraude maar in beperkte mate mogelijk is, maar kan ook niet kwantificeren hoe omvangrijk het risico op fraude is. Wel stelt hij dat de kans op persoonlijke zelfverrijking klein is.
Minister De Geus vindt het belangrijker om te weten waar de „lekken” in het systeem zitten, opdat deze gedicht kunnen worden. Hij heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) gevraagd naar de omvang. Directeur T. Hoppenbrouwers van ZN stelt echter dat het bijna onmogelijk is om dat te doen. Een biechtronde van ZN langs partijen leverde alleen de schatting op dat er vorig jaar voor een bedrag van 3 miljoen euro op oneigenlijke wijze is gedeclareerd. „Maar dat cijfer is erg onbetrouwbaar.”
Van der Veen noch minister De Geus van Volksgezondheid wilde spreken van een storm in een glas water. De Geus: „Daarvan is nooit sprake als het om fraude met publiek geld gaat.” De bewindsman zei blij te zijn nu te weten waar hij moet zoeken om de lekken te dichten. „Het is duidelijk geen veenbrand die ongeremd uitbreidt.”
De Geus neemt de aanbeveling van Van der Veen over dat het nieuwe zorgstelsel fraudebestendig moet worden gemaakt voordat het wordt ingevoerd. Van der Veen waarschuwt ervoor dat de fraudegevoeligheid toeneemt als burgers meer verantwoordelijkheid krijgen, zoals het kabinet van plan is.
Verder neemt hij het advies over om de complexiteit van het financierings- en controlesysteem duidelijker te maken. De Geus maakte eerder al bekend dat hij de zorgpassen wil aanpassen en dat hij overweegt frauderende verzekerden te straffen door hun bijvoorbeeld een boete op te leggen of ze eventueel uit te sluiten. „Maar nooit van spoedeisende hulp.” De minister verwacht over twee weken met een standpunt van het kabinet te kunnen komen.
Onder leiding van Van der Veen, hoogleraar bestuurssociologie aan de Universiteit Twente, hebben het College Toezicht Zorgverzekeringen en het College Tarieven Gezondheidszorg, de FIOD en de Economische Controle Dienst het systeem van de gezondheidszorg doorgelicht op fraudegevoelige aspecten.