Politieke ego’s sta-in-de-weg voor oplossing Griekse crisis
De Griekse crisis had heel wat sneller en beter bezworen kunnen worden als politieke ego’s in Europa niet in de weg hadden gestaan, vindt prof. dr. Eelke de Jong.
Het Griekse parlement heeft donderdag ingestemd met een pakket maatregelen om de begroting weer op orde te krijgen. Deze begroting was volledig uit het lood geslagen door jarenlange belastingontduiking en het mede uit politieke motieven geven van banen en uitkeringen.Zolang de Griekse regering voldoet aan de eisen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kan ze geld van dit fonds lenen tegen een lage rente. Bovendien is er dan nog een krediet tot een maximum van 80 miljard euro beschikbaar, dat wordt verstrekt door de andere eurolanden. Op deze manier verwacht men dat Griekenland de komende jaren de kapitaalmarkt niet nodig heeft voor het financieren van zijn uitgaven.
Voordat deze overeenkomst er was, is er lang overleg geweest tussen de eurolanden. Dat ging vooral over de vraag of en zo ja hoe het IMF bij de oplossing betrokken moet worden. Aan de ene kant staan de Noord-Europese landen (Duitsland en Nederland), die vinden dat het IMF de aangewezen instelling is om dergelijke problemen aan te pakken. De strenge voorwaarden die het IMF stelt, zijn in hun ogen noodzakelijk om de Griekse problemen weer onder controle te krijgen. Wellicht hebben ze ook gedacht dat het politiek beter is dat een instelling als het IMF kritiek levert. Het IMF staat op meer afstand van de lidstaten dan de Europese instellingen. Dat belast het Europese overleg minder.
Aan de andere kant staan de Zuid-Europese landen. Zij willen dat Europa dit probleem zelf oplost. Vooral Frankrijk voelt er niets voor het IMF een leidende rol te geven. In Franse ogen is het te veel een door de Verenigde Staten gedomineerde instelling – ook al is de directeur een Fransman. Uiteindelijk is er een compromis uitgekomen waarbij het IMF wel wordt ingeschakeld en de Europese landen zich hebben verplicht geld beschikbaar te stellen. In Duitsland is dit akkoord al weer aangevochten door een groep economen die de rechtsgeldigheid hebben voorgelegd aan het Duitse hooggerechtshof.
Paniek
Al met al heeft de lange duur van dit overleg zo veel onzekerheid opgeleverd dat de rente die de Grieken op de kapitaalmarkt zouden moeten betalen alsmaar is gestegen en men bang is dat de crisis naar andere landen overslaat. Spanje en Portugal zijn al genoemd. Dit roept de vraag op of het ook anders had gekund. Had men het ook zo kunnen regelen dat er minder paniek zou zijn uitgebroken? Ik denk van wel.
De Europese leiders hadden meteen, toen duidelijk werd dat het begrotingstekort van Griekenland veel hoger was dan eerder aangegeven, het land naar het IMF moeten sturen. Dan was aan de markt een duidelijk signaal gegeven dat dit ongeoorloofd is en dat er aan een verbetering van de situatie gewerkt wordt. Nu zijn maanden verloren gegaan met het zoeken naar een Europese oplossing die er niet was, niet is en er waarschijnlijk ook nooit komt.
Niet uniek
Waarom heeft men dan zo lang gezocht en gewacht? Naar mijn mening omdat er binnen Europa te veel politieke ego’s rondlopen. Vooral Frankrijk heeft een afkeer van oplossingen die een invloed vanuit de Angelsaksische wereld oproepen. Het wil als het even kan zelf bepalen hoe het spel gespeeld wordt. Dat kan niet als het erop aankomt particuliere financiers te vinden. De laatsten willen zekerheid en als die via het IMF komt, dan is dat prima. Te meer daar het IMF deze rol vaker heeft vervuld.
Maar was de lange termijn niet nodig om de aanvullende kredieten van de eurolanden te regelen? Ik denk het niet, want zo uniek is deze overeenkomst nu ook weer niet. Ook in het verleden zijn leningen van het IMF aangevuld uit andere bronnen. Er bestaan algemene afspraken waarbij tot een bedrag van ongeveer 70 miljard dollar aanvullende financiering mogelijk is. Bovendien worden bij verschillende overeenkomsten ook andere partijen (Wereldbank, regionale ontwikkelingsbanken en afzonderlijke landen) betrokken. Zo heeft Nederland samen met andere landen in 1997 de bereidheid uitgesproken om, indien nodig, het IMF-krediet aan Zuid-Korea aan te vullen
Als we de uiteindelijk gemaakte afspraken leggen naast het geschetste normale patroon, dan valt op dat de inhoudelijke verschillen niet groot zijn. Het IMF neemt het initiatief en de Europese landen stellen zich garant voor een bepaald bedrag. Dat had onder de normale procedures ook gekund. Zorgelijk is dat men om politieke ego’s te strelen onnodige onzekerheid heeft gecreëerd, waardoor tijd is verloren en de situatie is verslechterd. Hopelijk kan met hulp van het IMF de invloed van de ego’s van sommige Europese politici worden verkleind.
De auteur hoogleraar internationale economie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.