Export naar de VS cruciaal voor Duits herstel
In een week waarin de oorlog in Irak de tweede week in ging, werden de financiële markten nog altijd gedomineerd door de voortgang van de oorlog. Veel macro-economische cijfers hebben nog betrekking op de periode voordat de oorlog werkelijk was begonnen, maar werden al wel sterk beïnvloed door de destijds aanstaande oorlog.
Dinsdag bleek dat het vertrouwen onder de Amerikaanse consumenten in de maand maart wederom was afgenomen. Hoewel de afname kleiner was dan de markten vooraf hadden ingeschat, daalde het consumentenvertrouwen naar het laagste punt in tien jaar. Uit het onderzoek van de Conference Board, dat zoals gezegd net plaatsvond voordat de Amerikanen Irak werkelijk binnenvielen, bleek dat behalve door angst voor de oorlog, het vertrouwen ook werd aangetast door de angst voor hogere olieprijzen en dus duurdere benzine.
Verder kwam uit het onderzoek naar voren dat zowel de Amerikaanse overheid als het bedrijfsleven terughoudend was met het aannemen van nieuwe arbeidskrachten. Door de angst van de consumenten hun baan te verliezen werd het vertrouwen nog verder gedrukt.
Een van de belangrijkste pijlers van de economische groei gedurende de afgelopen kwartalen was de florerende huizenmarkt in de VS. Vanuit deze hoek kwamen dinsdag positievere geluiden. De verkoop van bestaande woningen was wel afgenomen, maar de daling was minder groot dan vooraf werd gedacht. Ook ligt het niveau van de verkopen nog altijd zeer hoog.
Woensdagochtend werd de invloedrijke Duitse conjunctuurbarometer, de ifo-conjunctuurindicator, gepubliceerd. Het vertrouwen onder de Duitse ondernemers bleek in de maand maart te zijn gedaald, de eerste daling in drie maanden. Niet alleen de angst voor een oorlog, maar ook de duurdere euro en de al aangekondigde belastingverhogingen tasten het vertrouwen onder de Duitse ondernemers aan. De orderinstroom in de industrie lijkt de laatste maanden ook te haperen. Vooralsnog gaat Stroeve uit van een exportgedreven herstel in Duitsland, waarbij vooral een aantrekkende export richting de VS van cruciaal belang zal zijn.
Het Centraal Planbureau presenteerde donderdag de nieuwe groeiprognoses voor de Nederlandse economie, terwijl het Internationaal Monetair Fonds eveneens donderdag een rapport uitbracht over de financiële stabiliteit van de wereldeconomie. Het CPB handhaafde de (zeer gematigde) groeiverwachtingen, maar gaf ook aan dat een langdurige oorlog in Irak Nederland alsnog in een recessie zal duwen.
Het IMF noemde de duur van de oorlog minder belangrijk en verwacht dat de wereldeconomie na de oorlog de weg naar herstel zal inslaan. Dit omdat de onzekerheden die de financiële markten in hun greep houden, afnemen en de aanvoer van olie op peil blijft. Uit diverse studies met betrekking tot de consequenties van de oorlog voor de economie blijkt dat dit laatste punt inderdaad zeer zwaar weegt. De oorlog verloopt op dit moment moeizamer dan de Amerikanen en Britten verwacht hadden, maar de olieprijs is per saldo sterk gedaald. Voor Stroeve is dit reden om vooralsnog uit te blijven gaan van een gematigd economisch herstel in Nederland en de rest van Europa.
Ook de macrocijfers die deze week uitkomen, zullen de invloed laten zien van de situatie in de Golf. Dinsdag staat de toonaangevende inkoopmanagersindex voor de Amerikaanse industrie op de agenda. Sinds begin 2002 (met één kleine uitzondering in oktober) bevindt deze betrouwbare voorspeller van de economische groei in de VS zich boven de 50 punten, de scheidslijn tussen groei en krimp in de Amerikaanse industrie. Na twee dalingen in voorgaande maanden wordt ook voor de maand maart een daling van de index verwacht, waarmee de index naar verwachting onder de grens van 50 punten daalt.
De naar verwachting gedaalde Amerikaanse fabrieksorders zullen bij de publicatie op woensdag weinig beroering teweegbrengen op de financiële markten. Recent werden al teleurstellende orders voor duurzame goederen (onderdeel van de bredere fabrieksorders) bekendgemaakt.
Donderdag zal de aandacht van de financiële markten uitgaan naar de bijeenkomst van de ECB en de vraag of de ECB al bereid is om de rente verlagen. Vóór een renteverlaging spreekt het zeer moeizame economische herstel in Europa, dat momenteel ook nog eens wordt geremd door de oorlog in Irak, en de toch wel grote noodzaak van een monetaire verruiming voor de Duitse economie.
Argumenten tegen een verlaging zijn de momenteel al zeer lage rentetarieven (zowel de korte als de lange rente is momenteel zeer laag) en de korte tijd dat deze verlaging dan volgt op de vorige renteverlaging, die de ECB begin maart doorvoerde. De inschatting van Stroeve is dat de ECB haar kruit droog houdt en de komende tijd eerst de gang van zaken in Irak afwacht voordat wordt besloten de rente nogmaals te verlagen.
Vrijdagmiddag ten slotte staat het Amerikaanse arbeidsmarktrapport op de agenda. Gezien de zwakke wekelijks bekendgemaakte aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen komt het naar verwachting opgelopen werkloosheidspercentage niet als verrassing. Zolang de geopolitieke spanningen aanhouden en de onzekerheid omtrent de economische ontwikkeling groot blijft, zullen ondernemers huiverig zijn om nieuwe werknemers aan te nemen.
Deze rubriek komt tot stand in samenwerking met effectenbank Stroeve.